Dataloggermodus starten
Om de dataloggermodus te starten, gaat u als volgt te werk:
1. Druk op de START toets. Op het display verschijnt: „DATA Mxx".
2. Druk op de STOP toets om de dataregistratie te stoppen. door op START te drukken kunt u de
dataregistratie weer voortzetten. De gestopte opname wordt opgeslagen als een afzonderlijk
geheugenbestand. Er kunnen max. 99 bestanden worden opgeslagen.
3. Wanneer het geheugen vol is toont het display: „DATA FULL". De dataregistratie wordt in dit
geval automatisch gestopt.
Data-overdracht naar een pc
De data-overdracht naar een pc geschiedt met behulp van de meegeleverde USB-kabel en de pc
software.
5.3.3 Fase volgorde- (/draaiveldrichting-) meting
1. Druk op de ON/OFF toets, om het apparaat in te schakelen.
2. Druk op de WIRING toets en gebruik de navigatietoetsen om "3P4W" te selecteren.
3. Sluit de meetkabels aan op de meter:
1) Sluit de rode meetkabel aan op de U1-aansluiting.
2) Sluit de gele meetkabel aan op de U2-aansluiting.
3) Sluit de blauwe meetkabel aan op de U3-aansluiting.
4. Sluit de meetkabels en de stroomtangen aan op de te onderzoeken geleiders:
WAARSCHUWING: Indien mogelijk, koppelt u de te testen geleiders of componenten
los van de stroomtoevoer, voor u de meetkabels en de stroomtangen aansluit.
4) Verbind de rode meetkabel met geleider "A", middels de krokodillenklem.
5) Verbind de gele meetkabel met geleider "B", middels de krokodillenklem.
6) Verbind de blauwe meetkabel met geleider "C", middels de krokodillenklem.
5. De spanningen van U1, U2 en U3 moeten groter zijn dan 30 V. Houd de
ingedrukt. Bij een normale fasevolgorde verschijnt op het display het
fasevolgorde omgekeerd, dan verschijnt het
om de modus weer te verlaten.
5.3.4 Golfvorm- en harmonischen-analyse
De golfvorm- en harmonischen-analyse kan uitgevoerd worden met de software.
GEBRUIKSAANWIJZING Datalogger PCE-360
28
symbool op het display. Laat de toets los,
toets
symbool. Is de