5.2.2
1 Fase, 3 geleiders (1P3W)
A, B: Geleiders, N: Neutraalgeleiders, G: Aarde
1. Druk op de ON/OFF toets, om het apparaat in te schakelen.
2. Druk op de WIRING toets en gebruik de navigatietoetsen, om „1P3W" te selecteren.
3. Sluit de meetkabels en de stroomtangen aan op de meter.
1) Sluit de zwarte meetkabel aan op de N-aansluiting.
2) Sluit de rode meetkabel aan op de U1-aansluiting.
3) Sluit de gele meetkabel aan op de U2-aansluiting.
4) Sluit één stroomtang aan op de I1-aansluiting.
5) Verbind de andere stroomtang met de I2-aansluiting.
6) Indien u de aardleider-stroom wilt meten, verbindt u ook een stroomtang met de I4-
aansluiting.
4. Sluit de meetkabels en de stroomtangen aan op de te onderzoeken geleiders.
WAARSCHUWING: Indien mogelijk, koppelt u de te testen geleiders of componenten
los van de stroomtoevoer, voor u de meetkabels en de stroomtangen aansluit.
7) Verbind de zwarte meetkabel met de neutraalgeleider "N", middels de
krokodillenklem.
8) Verbind de rode meetkabel met geleider "A", middels de krokodillenklem.
9) Verbind de gele meetkabel met geleider "B", middels de krokodillenklem.
10) Open het tangmechanisme van de I1-stroomtang en leid geleider "A" hier doorheen.
Sluit de tang weer, zodat de geleider in de tang geklemd zit.
11) Open het tangmechanisme van de I2-stroomtang en leid geleider "B" hier doorheen.
Sluit de tang weer, zodat de geleider in de tang geklemd zit.
12) Indien u de aardsluiting wilt meten, opent u het tangmechanisme van de I4-
stroomtang en klemt u hier geleider "G" in. Sluit de tang weer, zodat de geleider in
de tang geklemd zit.
GEBRUIKSAANWIJZING Datalogger PCE-360
18