Extra functie doekspanning activeren/deactiveren met de instelset
Deze functie is bij levering gedeactiveerd.
Doekspanningsfunctie activeren
Doekspanningsfunctie deactiveren
De buismotoren met elektronische eindschakalaar kunnen parallel worden geschakeld. Daarbij moet rekening worden gehouden
met de maximale schakelcontactbelasting van de schakelinrichting (schakelklok, relaisbesturing, schakelaars enz.). Gebruik voor
de aansturing van de buismotoren met elektronische eindschakelaar alleen schakelelementen (schakelklokken) waarvan het N-
potentiaal niet via de motor wordt geleverd. De uitgangen van het schakelelement moeten in rustpositie potentiaalvrij zijn.
Gebruik voor het aansturen van de opwaartse en neerwaartse richting de fase L1. Overige apparaten of verbruikers (lampen, relais
enz.) mogen niet rechtstreeks op de aansluitkabels van de buismotoren worden aangesloten. Hiervoor moeten de buismotoren en
de extra apparaten door relaisbesturingen gescheiden worden.
Bij de installatie van de buismotor moet voor alle polen een scheidingsmogelijkheid van het net worden aangebracht met een con-
tactopeningswijdte van ten minste 3 mm per pool.
Een continu bedrijf van de aandrijvingen met netspanning op I+/I- is niet toegestaan. Deze instelling is alleen voor de periode van
de ingebruikname met de instelset bedoeld.
Opgelet
Gebruik alleen mechanisch of elektrisch vergrendelde schakelelementen met een vaste
nulstand! Dit geldt ook, wanneer buismotoren met elektronische eindschakelaar en buis-
motoren met mechanische eindschakelaar in één installatie worden toegepast. De vertra-
gingstijd bij het omschakelen van de draairichting moet minstens 0,5 s bedragen. Schake-
laar en besturing mogen niet gelijktijdig een OP- resp. NEER-commando uitvoeren. Be-
scherm de elektrische aansluitingen tegen vocht.
Controleer na aansluiting van de bekabeling op de besturing ALTIJD de correcte toewijzing
van de motorlooprichting naar de toetsen OP en NEER, resp. IN en UIT.
Wanneer de buismotor wordt gebruikt met storende apparatuur, moet de elektricien voor
de ontstoring van de betreffende apparatuur zorgen.
16 - nl
Voor activeren laat u de motor naar de uitloop-eindpositie lopen.
Druk gedurende ca. 5 seconden op de programmeertoets.
▻ De bevestiging geschiedt door knikken.
Laat de motor nu naar het punt lopen waar het doek de gewenste doekspanning
heeft.
Druk gedurende ca. 5 seconden op de programmeertoets.
▻ De bevestiging geschiedt door knikken.
► De doekontlasting is nu geactiveerd.
Voor deactiveren laat u de motor naar de doekspannings-eindpositie lopen.
Druk gedurende ca. 5 seconden op de programmeertoets.
▻ De bevestiging geschiedt door knikken.
► De doekontlasting is nu gedeactiveerd.
Aanwijzingen voor de elektricien