Papier en ander afdrukmateriaal
3.
Pas de papierlengte- en breedtegeleiders zoals aangegeven aan.
4.
Buig de vellen naar voren en achteren en waaier ze uit voordat u de randen van de stapel op een
plat oppervlak uitlijnt. Hierdoor worden vellen die aan elkaar plakken gescheiden en de kans op
papierstoringen verkleind.
5.
Plaats papier in de lade.
− Plaats geperforeerd papier met de gaatjes aan de rechterkant.
− Plaats briefhoofdpapier of voorbedrukt papier voor 1- of 2-zijdig afdrukken met de beeldzijde
omlaag en voer het papier met de bovenkant eerst in de printer.
Opmerking:
Zorg dat het papier niet boven de maximumvullijn uitkomt. Als u te veel
afdrukmateriaal in de lade plaatst, kunnen er storingen optreden.
6.
Pas de lengte- en breedtegeleiders aan het formaat van het papier aan.
®
56
Xerox
WorkCentre
Handleiding voor de gebruiker
®
6655-multifunctionele kleurenprinter