9
Speciale instructies voor gebruik in
ATEX explosieve atmosferen
Er moet rekening gehouden worden met de informatie in de volgende paragrafen en alles moet
opgevolgd worden door de persoon die verantwoordelijk is voor de site met uitrustingsinstallatie.
Raadpleeg de bepalingen van de Europese ATEX-richtlijn 1999/92/EG of naar de
toepasselijke
plaatselijke
veiligheidsbescherming en gezondheid van werknemers die blootgesteld worden aan de risico's
van explosieve atmosferen.
De installatie en het onderhoud van de gasmonitor moeten uitgevoerd worden volgens de
EN/IEC 60079-14 en EN/IEC 60079-17 standaarden.
Voor intrinsieke veiligheidsinstallaties en in het bijzonder voor verbindingen met de gasmonitor,
moet de persoon die verantwoordelijk is voor de intrinsieke veiligheidsinstallatie, namelijk de
Systeemontwerper
, een systeemdocument opstellen dat het aantoont dat het volledige
gasmonitorsysteem - kabel - body intrinsiek veilig is (zie standaard IEC 60079-25 voor het
opstellen van dit document).
De essentiële Veiligheids- en Gezondheidsvereisten zijn in lijn met de volgende standaarden:
ATEX
EN 60079-0:2012/A11:2013
EN 60079-1:2014
EN 60079-11:2012
EN 60079-26:2015
EN 50303:2000
9.1
ATEX-zones en algemene regels
Als het toestel gebruikt wordt in een besmette atmosfeer, dan moet de katalytische sensor geijkt
worden voor hij de volgende keer opnieuw gebruikt wordt.
Siliconedampen en andere verontreinigende stoffen kunnen een omgekeerd effect
hebben op katalytische sensoren (slot 1) voor de detectie van explosieve gassen en
kunnen de metingen verstoren (te laag geschatte metingen).
NPB25DU
Revision O.0
wetgeving
met
betrekking
IEC 60079-0 (ed. 6), 2011
IEC 60079-1 (ed. 7), 2014
IEC 60079-11 (ed. 6), 2011
IEC 60079-26 (ed. 3), 2014
BM 25/25W
DRAAGBARE MULTIGAS MONITOR
GEBRUIKERSHANDLEIDINGL
tot
het
verbeteren
IECEx
van
55