5.5
nitrachek oud model zonder lotnummerinstelling of teststrips zonder
kalibratiecertificaat
Om het effect van de variaties tussen de series onderling zo gering mogelijk te laten zijn, wordt aanbevolen om
(zeker voor kritische toepassingen) een nieuw busje met teststrips eerst te karakteriseren met een standaard ni-
traatoplossing (00 ppm) voordat er "echte" metingen mee worden uitgevoerd. Neem 5 teststrips uit een zojuist
geopend busje. Voer 5 metingen uit zoals onder 5.3 beschreven.
Nemen we aan, als voorbeeld, dat de 5 metingen de volgende resultaten opleveren: 9, 89, 96, 94 en 93 ppm.
Met een gemiddelde waarde 92,6 ppm. Van dit gemiddelde kan een correctiefactor worden afgeleid; 00/92,6=
,080. Het meetresultaat van elke teststrip uit dit busje moet worden vermenigvuldigd met deze correctiefactor
(zie ook 5.5.).
een ander voorbeeld zou een correctiefactor van 0,93 op kunnen leveren. in dat geval moet elk meetresultaat
worden vermenigvuldigd met 0,93.
Voorkom vervuiling van de ijkoplossing en dompel de teststrookjes nooit direct in het voorraadflesje. Giet een
kleine hoeveelheid op een schoteltje en dompel hierin de teststrips of gebruik een schoongewreven glazen staafje
om een druppel over te brengen vanuit het voorraadflesje op het strookje. Beter is het om gebruik te maken van
een microliterspuit zoals beschreven in paragraaf 5.3.
5.6
Selecteren lotnummer
Met behulp van het instellen van het LOT-nummer kan de correctiefactor bij de Nitrachek 404 automatisch worden
toegepast. bereken de correctiefactor (vgls. 5.5) en bepaal het bijbehorende LOT-nummer. m.b.v. de onderstaande
tabel. stel dit nummer in en elke meting zal automatisch met de bijbehorende factor worden vermenigvuldigd.
correctie-
Zet het instrument
factor
op lotnummer
< 0,83
0,83-0,87
0,88-0,92
0,93-0,97
0,98-,02
,03-,07
,08-,2
,3-,7
> .8
als het instrument eenmaal is ingesteld op een bepaald lotnummer, dan moeten opgeslagen en/of getoonde me-
tingen uiteraard niet meer handmatig worden vermenigvuldigd met de correctiefactor.
het lotnummer blijft geselecteerd totdat het handmatig wordt gewijzigd (of "verloren" gaat
door een lege batterij of door verwijdering van de batterij). Voor een nieuw busje teststrips
moet een nieuw lot-nummer worden ingesteld.
Noot:
bij een Nitrachek oud model dient elke afgelezen meetwaarde met de "hand" vermenigvuldigd worden
met de correctiefactor gevonden middels de procedure uit 5.5
5.7
Verdunningen
een monster met een nitraatgehalte groter dan het meetbereik van het instrument (500 ppm), moet worden
verdund om een kwantitatieve aflezing te verkrijgen. Gebruik altijd één of twee vaste verdunningen om fouten of
vergissingen te voorkomen.
2
3
4
5
6
7
8
9
5