een zachte doek of met een microvezeldoek.
Wekelijkse reiniging
Reinig en verzorg de kookplaat wekelijks met
een gewoon product voor de reiniging van
glaskeramiek. Neem de aanwijzingen van de
producent altijd in acht. Het silicone dat
aanwezig is in deze producten produceert een
beschermend waterafstotend en vuilbestendig
laagje. Alle vlekken blijven achter op dat laagje
en kunnen dus makkelijk verwijderd worden.
Droog daarna het oppervlak met een schone
doek. Let op dat er geen resten reinigingsmiddel
achterblijven op de kookplaat, omdat ze een
bijtende reactie zouden kunnen hebben
wanneer de plaat verwarmd wordt en de
structuur ervan zouden kunnen wijzigen.
Voedselresten of -vlekken
Eventuele lichtgekleurde sporen, veroorzaakt
door pannen met een aluminium bodem,
kunnen worden verwijderd met een met azijn
bevochtigde doek. Als er na het gebruik van de
kookplaat verbrande resten achterblijven,
moeten deze worden verwijderd. Spoel af met
water en maak goed droog met een schone
doek. Zandkorrels die eventueel op de
kookplaat gevallen zijn tijdens het wassen van
sla of aardappelen, zouden de plaat kunnen
krassen wanneer de pannen verschoven
worden. Verwijder eventuele zandkorrels dus
onmiddellijk van het oppervlak van de
kookplaat. Kleurwijzigingen zijn niet van invloed
op de werking en de stabiliteit van het glas. Het
betreft geen wijzigingen van het materiaal van
de kookplaat, maar eenvoudige resten die niet
verwijderd werden en die dus verbrandden. Er
kunnen glanzende oppervlakken gevormd
worden als het gevolg van het verschuiven van
de bodems van de pannen, vooral indien ze
van aluminium zijn, en indien niet geschikte
reinigingsmiddelen gebruikt worden. Het is
moeilijk om deze te verwijderen met behulp van
gewone reinigingsproducten. Het kan zijn dat
de reiniging meerdere keren herhaald moet
worden. Het gebruik van bijtende
reinigingsmiddelen, of de wrijving met de
bodem van de pannen, kan de decoratie van
de kookplaat mettertijd polijsten en zou de
vorming van vlekken kunnen bevorderen.
Er wordt aanbevolen om
reinigingsproducten van de fabrikant te
gebruiken.
110 - REINIGING EN ONDERHOUD
Na de reinigingshandelingen moet het
apparaat zorgvuldig gedroogd
worden omdat eventueel druipend
reinigingsmiddel en water de correcte
werking en het esthetische aspect
kunnen aantasten.
Oplossingen voor problemen...
De kookplaat werkt niet:
• Controleer of de kookplaat is aangesloten
en de hoofdschakelaar is ingeschakeld.
• Controleer of zich geen
stroomonderbrekingen kunnen voordoen.
• Controleer of de zekering niet is
afgesprongen. In dit geval moet de zekering
worden vervangen.
• Controleer of de aardlekschakelaar van de
huiselijke installatie niet is geschakeld. In dit
geval moet de schakelaar weer
geactiveerd worden.
De resultaten van de bereiding zijn niet
bevredigend:
• Controleer of de temperatuur van de
bereiding niet te hoog of te laag is.
• Zorg voor een correcte ventilatie van de
kookplaat en houd alle ventilatieopeningen
volledig vrij.
• Gebruikt uitsluitend gecertificeerde pannen
die voor inductiekoken getest zijn.
De kookplaat produceert rook:
• Laat de kookplaat afkoelen, en reinig deze,
nadat de bereiding klaar is.
• Controleer of het voedsel niet uit het
recipiënt komt, en gebruik eventueel een
groter recipiënt.
De zekeringen of de magnetothermische
schakelaar van de huiselijke installatie springen
regelmatig:
• Neem contact op met het servicecentrum of
met een elektricien.
Scheuren of barsten in de kookplaat:
• moet het apparaat onmiddellijk
uitgeschakeld worden, moet de
stroomtoevoer uitgeschakeld worden en
moet contact met de assistentie worden
opgenomen.
91477A053/D