6.1.1.4.
In dit menu kan middels functietoets F3 een machine reset worden gegeven. Deze reset kan nodig
zijn wanneer een door het Enertronic Control System vergrendelde beveiligingsfunctie (Hfdst. 4) is
aangesproken.
VEELVULDIG RESETTEN VAN VERGRENDELINGEN WELKE HET GEVOLG ZIJN VAN ONJUISTE
DIMENSIONERING VAN HET HYDRAULISCH SYSTEEM, DE KOELMACHINE, OF ANDERE
INVLOEDEN, KUNNEN LEIDEN TOT SCHADE AAN DE KOELMACHINE.
6.1.1.5.
De testmodus geeft gekwalificeerd service personeel toegang tot een aantal functies (carter-heater
vertraging, blokkade bij lage buitenluchttemperatuur, anti-pendel timers) waardoor versneld een
diagnose kan worden gesteld over het functioneren van uw Refac koelmachine. De testmodus blijft
maximaal één uur actief, hierna moet deze opnieuw worden geactiveerd.
BEDIENEN IS ALLEEN MOGELIJK NADAT MET DE 'ACCESS' FUNCTIE TOEGANG IS VERKREGEN.
ONOORDEELKUNDIG GEBRUIK VAN DE TEST MODUS ZAL LEIDEN TOT STORING IN, OF SCHADE
AAN- DE KOELMACHINE.
6.1.2. Diagnose functie
In de tabellen 9 t/m 12 vindt u uitleg over de mogelijke meldingen welke door de diagnose-functie
(F3) gegenereerd kunnen worden.
Diagnose circuit 1
Tabel 14, Diagnoseregister circuit 1
8 EC 91 0005.REV.A
Reset mode
Test mode
10
Circuit OK
11
Lagedruk storing circuit 1
14
Hogedruk storing circuit 1
15
Olieniveau compressor 1 te laag (Optioneel)
16
Motorstroombeveiliging compressor 1 aangesproken
17
Thermistor / fasevolgorde- beveiliging compressor 1 aangesproken
19
Temperatuurbeveiliging condensorventilator(en) circuit 1 aangesproken
21
Anti-pendel-beveiliging compressor 1 aangesproken
22
Aftopregeling circuit 1 actief
24
I actie EVe circuit 1 > 12, gedurende t > 1 uur
25
I actie EVe circuit 1 < -20, gedurende t < 5 minuten
26
Zuiggas-temperatuursensor circuit 1 defect
27