VERSIE 2.00–3.00
Kalibratie CAL 2
Brandstoftank kalibreren
ER ZIJN DRIE METHODEN OM DE FUNCTIE VOOR HET BEWAKEN
VAN HET BRANDSTOFTANKPEIL IN TE STELLEN:
Eerste: Doe niets. Lineaire waarde gebaseerd op onverwerkte
sensorwaarden. Deze mode houdt geen rekening met onregelmatig
gevormde tanks.
Tweede: Door de standaardprocedure voor tankkalibratie te volgen, wat
wordt gedaan zonder daadwerkelijk brandstof aan de tank toe te voegen.
De monitor levert een geschatte bereikwaarde, gebaseerd op standaard
sensorwaarden. Deze modus houdt geen rekening met onregelmatig ge-
vormde tanks.
Derde: Door de tankkalibratieprocedure volledig te volgen, die het
toevoegen van brandstof aan de tank bij bepaalde kalibratiepunten omvat.
De monitor geeft een geschatte bereikwaarde weer waarbij de vorm van de
tank in aanmerking wordt genomen.
1-18