7
Inbedrijfstelling
Info
Dit hoofdstuk is bedoeld voor standaard regeneratiedebieten. Neem contact op met uw
leverancier als de huidige regeneratie niet standaard is en u hulp nodig hebt.
7.1
Water vullen en afvoeren en waterdichtheid controleren
1. Sluit met de bypass nog in de bypasspositie (ingang en uitgang van de klep gesloten), de SXT
controller aan op de stroombron.
2. Ga naar het programmeren volgens uw systeemspecificatie als u dit nog niet gedaan hebt.
3. Start een handmatige regeneratie door de regeneratie-knop gedurende 5 seconden in te
drukken. De plunjer beweegt naar de terugspoelpositie. Als de eerste cyclus geen
terugspoeling is, voer dan een snelle omschakeling van de klep uit totdat de plunjer de
terugspoelpositie heeft bereikt. Koppel de SXT controller los van de stroombron zodra deze
positie is bereikt.
4. Open de dichtstbijzijnde kraan bij het systeem met de bypass nog steeds in de bypasspositie.
5. Zet de bypass langzaam in de bedrijfspositie. De klep en druktank worden langzaam gevuld
met onbehandeld water, waardoor lucht kan ontsnappen via de afvoer en/of via de geopende
kraan vlakbij het systeem. Open de ingang geleidelijk tot de volledig geopende positie.
6. Sluit, wanneer de afvoer helder stroomt en de bypassklep volledig in de bedrijfspositie staat,
de SXT-controller opnieuw aan op de stroombron.
7. Druk de regeneratie-knop één keer in om de plunjer naar de volgende regeneratiecyclus-
positie te verplaatsen. Laat de klep 1 minuut in elke positie en ga naar de volgende, totdat de
bijvullingscyclus wordt weergegeven. Wanneer de bijvullingscyclus wordt weergegeven, laat
dan de klep de volledige cyclus doorlopen en controleer het waterniveau in de pekelbak of de
behuizing. Het waterniveau in de pekelbak moet ongeveer 5 cm boven het zoutplatform staan.
Mogelijk wilt u het niveau op de pekelbak markeren omdat dit kan worden gebruikt als
indicator voor de toekomstige levensduur van de ontharder.
8. Wanneer de bijvullingscyclus voltooid is, keert de klep automatisch terug naar de
bedrijfspositie (behalve als een niet-standaard regeneratie-reeks is geprogrammeerd). Start
nogmaals een handmatige regeneratie door de regeneratie-knop gedurende 5 seconden in te
drukken. De klep beweegt naar de terugspoelpositie.
9. Druk de regeneratie-knop één keer in om naar de pekelaanzuigingspositie te gaan.
Controleer om te zien of het waterniveau in de pekelbak daalt.
10. Wanneer de aanzuigingsfunctie geobserveerd en bevestigd is (waterniveau in pekelbak of
behuizing is gedaald), kunt u elke cyclus doorlopen door de regeneratie-knop in te drukken
tot de bijvullingscyclus wordt weergegeven, waarna u het water laat terugkeren tot het niveau
'vol' en vervolgens de regeneratie-knop indrukt, zodat de klep terugkeert naar de
bedrijfspositie.
11. Vul de pekelbak of de behuizing met zout. Mogelijk wilt u het waterniveau in de pekelbak of de
behuizing markeren wanneer deze volledig bijgevuld is met water en gevuld is met zout. In de
toekomst, na elke regeneratie, kunt u visueel controleren of de hoeveelheid water na het
bijvullen tussen de 2 markeringen ligt. De markeringen zijn optioneel, maar maken het
visueel mogelijk om eventuele onregelmatigheden tijdens de regeneratie op te merken die
kunnen leiden tot inefficiëntie van de ontharder.
Ref. MKT-IM-013 / C - 12.11.2019
Installtiehandleiding Fleck 5600 SXT - Inbedrijfstelling
71 / 114