Installtiehandleiding Fleck 5600 SXT - Installatie
Let op - materiaal
Gevaar voor beschadiging door te stevig aandraaien!
De kunststof elleboog van de afvoerleiding moet altijd met de hand worden vastgedraaid
zonder de elleboog als hefboom te gebruiken.
De kunststof elleboog van de afvoer is niet geconstrueerd om het gewicht van de buis te
dragen. De buis moet voorzien zijn van een eigen steun.
De vastdraairing van de slang op diens kunststof steun niet te stevig vastdraaien.
De unit moet zich bij voorkeur niet verder dan 6,1 meter van de afvoer bevinden. Gebruik een
correcte adapterfitting om kunststof buizen te verbinden met de afvoerleidingaansluiting van de
klep.
Als het terugspoelingsdebiet groter is dan 22.8 lpm of als de unit zich op 6,1-12,2 m van de afvoer
bevindt, gebruik dan 19,0 mm (¾") buizen. Gebruik de juiste accessoires om de 19,0 mm (¾")
buizen aan te sluiten op de 12,7 mm (½") afvoerverbinding op de klep.
De afvoerleiding kan omhoog worden gevoerd tot 1,8 m, op voorwaarde dat de lengte niet groter is
dan 4,6 m is en de waterdruk bij de ontharder niet minder dan 2,76 bar bedraagt. De hoogte mag
toenemen met 61 cm voor elke extra 0,69 bar waterdruk bij de afvoeraansluiting.
Wanneer de afvoerleiding omhoog is gevoerd, maar leegloopt in een afvoer onder het niveau van
de klep, maak dan een bocht van 18 cm aan het uiteinde van de leiding zodat de onderkant van de
bocht op gelijke hoogte is met de aansluiting van de afvoerleiding. Hierdoor ontstaat een adequate
zwanenhals.
Wanneer de afvoer uitmondt in een bovengrondse rioolleiding, moet een gootsteentype sifon
worden gebruikt.
Maak het einde van de afvoerleiding vast zodat deze niet kan verschuiven.
Verplicht
Afvalwateraansluitingen of de afvoeruitgang moeten zodanig ontworpen en uitgevoerd
zijn, dat deze verbonden zijn met het sanitaire afvalwatersysteem via een luchtspleet
van 2 leidingdiameters of 38,1 mm (1½"), afhankelijk van welke de grootste is.
52 / 114
Ref. MKT-IM-013 / C - 12.11.2019