5.3 Symbolen
Naast de bloeddruk en hartslag heeft deze bloeddrukmeter nog een aantal andere functies, die
op het scherm met symbolen worden weergegeven. (Zie onderstaande afbeelding en uitleg)
De symbolen 1,2,3, 4 en 5 (ARR, AFib, PC, TACH en BRAD) kunnen op verschillende manieren
worden getoond, afhankelijk van de gedetecteerde onregelmatige hartslag. Als er geen symbool
wordt getoond, dan is de hartslag normaal. Wordt ARR getoond, dan is er een onregelmatige
hartslag gedetecteerd. Als ARR samen met AFib, PC, TACH en/of BRAD wordt getoond, dan is de
onregelmatige hartslag herkent als zijnde AFib, PC, TACH en/of BRAD.
9