AFib (Atriumfibrilleren)
Atriumfibrilleren of boezemfibrilleren is een onregelmatig hartritme wat een beroerte kan
veroorzaken. De AFib technologie wordt daarom ook wel beroertepreventie genoemd.
De bovenste kamers van het hart (de atria) trekken niet samen maar trillen, waardoor bloed
onregelmatig en met lagere efficiëntie in de hartkamers gestuwd wordt. Dit resulteert in een
onregelmatige hartslag, die meestal gepaard gaat met een snelle maar toch zeer onstabiele hartslag.
PC (Premature Contracties)
Extra abnormale hartslagen opgewekt in onregelmatig geprikkelde plaatsen van uw hart, hetzij
in de boezems (PAC), de hartkamers (PVC) of de sinusknoop (PNC). Deze extra slagen kunnen
uw reguliere ritme verstoren, ze kunnen vroeg voorkomen of een significante pauze in uw
waarneembare hartslag veroorzaken. Dit worden hartkloppingen genoemd, welke gevoeld kunnen
worden in uw borst. Ze kunnen als geïsoleerde, alleenstaande gebeurtenissen voorkomen, als een
reeks onregelmatige hartslagen of kunnen verdeeld zijn over al uw hartslagen. Indien ze niet
gerelateerd zijn aan mentale stress, of een acute en zware fysieke belasting, kunnen ze een teken
zijn van een tal van hartaandoeningen. Dit apparaat is ook in staat om premature contracties te
detecteren. Het ARR- en PC-icoon worden direct na de meting weergegeven indien er premature
contracties zijn gedetecteerd.
TACH (Tachycardie Detectie)
Een snelle hartslag van meer dan 100 slagen per minuut (bpm) bij volwassenen. Tenzij veroorzaakt
door fysieke of mentale stress, kan een tachycardie een teken zijn voor zowel hartaandoeningen
(bijvoorbeeld coronaire hartziekte, hartklepgebreken), als andere aandoeningen (bijvoorbeeld
hyperthyreoïdie, koorts, hypoxemie), alsook bijwerkingen van medicatie en stimulerende middelen
(bv. cafeïne). Het apparaat is in staat Tachycardie (TACH) te detecteren. De ARR- en TACH-iconen
worden direct na de meting weergegeven indien tachycardie gedetecteerd is.
BRAD (Bradycardie Detectie)
Een trage hartslag van minder dan 55 slagen per minuut (bpm) bij volwassenen. Tenzij bradycardie
niet genetisch is bepaald of het gevolg is van een zware cardiale duurtraining, kan bradycardie
gerelateerd zijn aan een tal van hartaandoeningen (bv. hartklepgebreken, hartfalen) of andere
aandoeningen (bv. hyperthyreoïdie, elektrolytverstoringen) of medicatie (bv. bètareceptorblokkers).
Dit apparaat is in staat om bradycardie (BRAD) te detecteren. De ARR- en BRAD-iconen worden
direct na de meting weergegeven indien bradycardie gedetecteerd is.
10