66
nl | Configuratie met een webbrowser
Scène vertoont te veel ruis
Activeer deze functie als sabotage door bijvoorbeeld EMC-storing (scène met ruis door een
sterk storend signaal nabij de videolijnen) een alarm moet activeren.
Referentiecontrole
U kunt een referentiebeeld opslaan dat continu met het huidige videobeeld wordt vergeleken.
Als het huidige videobeeld in de gemarkeerde gebieden van het referentiebeeld verschilt,
wordt een alarm geactiveerd. Zo kunt u sabotage detecteren die anders niet zou worden
opgemerkt, bijvoorbeeld als de camera is gedraaid.
1.
2.
3.
4.
Verdwijnende randen
Het geselecteerde gebied in het referentiebeeld moet een duidelijke structuur bevatten. Als
deze structuur wordt verborgen of verplaatst, dan activeert de referentiecontrole een alarm.
Als het geselecteerde gebied te homogeen is (verbergen en verplaatsen van de structuur
activeert geen alarm), dan wordt onmiddellijk een alarm geactiveerd om het ongeschikte
referentiebeeld aan te geven.
Verschijnende randen
Selecteer deze optie wanneer het geselecteerde gebied van het referentiebeeld een
grotendeels homogeen oppervlak bevat. Als structuren voorkomen in dit gebied, wordt een
alarm geactiveerd.
Gebied kiezen
U kunt de gebieden in het referentiebeeld selecteren die moeten worden bewaakt. Het
videobeeld is onderverdeeld in vierkante velden. U kunt elk van deze velden afzonderlijk in- of
uitschakelen.
AANWIJZING!
Selecteer alleen die gebieden voor referentiebewaking waarin geen beweging plaatsvindt en
die altijd regelmatig zijn verlicht, zodat geen ongewenste alarmen kunnen worden geactiveerd.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
DOC | V4.54 | 2011.09
Klik op Referentie om het op dat moment zichtbare videobeeld als referentie op te slaan.
Klik op Gebied kiezen en selecteer de gebieden in het referentiebeeld die moeten
worden bewaakt.
Schakel het selectievakje Referentiecontrole in om de voortdurende controle te
activeren. Het opgeslagen referentiebeeld wordt in zwart-wit onder het huidige
videobeeld weergegeven en de geselecteerde gebieden worden geel gemarkeerd.
Selecteer de optie Verdwijnende randen of Verschijnende randen om de
referentiecontrole opnieuw te specificeren.
Klik op Gebied kiezen om de sensorvelden te configureren. Er wordt een nieuw venster
geopend.
Klik, indien nodig, eerst op Alles wissen om de huidige selectie te wissen (geel
gemarkeerde velden).
Klik met de linkermuisknop op de velden die moeten worden geactiveerd. Geactiveerde
velden worden geel gemarkeerd.
Klik indien nodig op Alles selecteren om het gehele videoframe voor bewaking te
selecteren.
Klik met de rechtermuisknop op velden die u wilt uitschakelen.
Klik op OK om de configuratie op te slaan.
Klik op de knop Sluiten X in de titelbalk van het venster om het venster te sluiten zonder
de wijzigingen op te slaan.
Installatie- en bedieningshandleiding
VIP X1 XF
Bosch Sicherheitssysteme GmbH