54
nl | Configuratie met een webbrowser
Streamprofielinstellingen
U kunt de profielinstelling selecteren die bij opnamen moet worden gebruikt voor elke
datastream. Deze selectie is onafhankelijk van de selectie voor live-transmissie van
datastreams (zie Paragraaf 5.20 Modus Geavanceerd: Encoderstreams, Pagina 47).
De eigenschappen van de profielen worden gedefinieerd op de pagina Encoderprofiel (zie
Paragraaf 5.19 Modus Geavanceerd: Encoderprofiel, Pagina 44).
Instellingen voor geselecteerde opnamen
De instellingen in deze instellingengroep hebben alleen betrekking op de opnamen die zijn
geselecteerd in het lijstveld. U kunt beide opnamen selecteren.
Opname inclusief
U kunt opgeven of er behalve videogegevens ook audio- en metadata (bijv. alarmen, VCA-
gegevens en seriële gegevens) moeten worden opgenomen. Wanneer er ook metadata worden
opgenomen, zou dit later het zoeken van opnamen kunnen vergemakkelijken, maar hiervoor is
wel extra opslagcapaciteit vereist.
LET OP!
Zonder metadata kan er geen analyse van beeldinhoud in opnamen worden opgenomen.
Standaardopname
Hier kunt u de modus voor standaardopnamen selecteren.
Als u Continu selecteert, vindt de opname continu plaats. Als de maximale opslagcapaciteit is
bereikt, worden oudere opnamen automatisch overschreven. Als u de optie Pre-alarm
selecteert, gebruikt het apparaat een speciale opnamemodus voor optimaal gebruik van de
opslagcapaciteit: zodra de tijd voor alarmopname ingaat, wordt een continue opname
gemaakt op één segment, met de grootte van één complete reeks alarmbeelden (tijd vóór en
tijd na alarm).
Dit segment werkt hetzelfde als een ringbuffer en wordt overschreven tot een alarm werkelijk
wordt geactiveerd. Opname vindt dan alleen op het segment plaats gedurende de vooraf
ingestelde tijd na alarm en vervolgens wordt een nieuw segment op dezelfde manier gebruikt.
Als u Uit selecteert, vindt er geen automatische opname plaats.
LET OP!
In de modus Continu kunt u beperkingen opgeven voor het overschrijven van oudere opnamen
door de bewaartijd in te stellen (zie Paragraaf 5.24 Modus Geavanceerd: Bewaartijd, Pagina 55).
Stream
Hier kunt u de datastream selecteren die moet worden gebruikt voor standaardopnamen. U
kunt de datastream voor alarmopnamen afzonderlijk en onafhankelijk hiervan selecteren (zie
Paragraaf Alarmstream, Pagina 54).
Tijd vóór alarm
U kunt de gewenste tijd vóór alarm in de keuzelijst selecteren. Deze parameter is alleen
toegankelijk als u de optie Pre-alarm onder Standaardopname hebt geselecteerd.
Tijd na alarm
U kunt de gewenste tijd na alarm in de keuzelijst selecteren.
Alarmstream
Hier kunt u de datastream selecteren die moet worden gebruikt voor alarmopnamen. U kunt
de datastream voor alarmopnamen afzonderlijk en onafhankelijk hiervan selecteren (zie
Paragraaf Stream, Pagina 54).
DOC | V4.54 | 2011.09
Installatie- en bedieningshandleiding
VIP X1 XF
Bosch Sicherheitssysteme GmbH