Montage- en gebruiksaanwijzing
WWP L 25 A-2 - WWP L 40 A-2
2 Gebruiksdoeleinde van de warmtepomp
2
Gebruiksdoeleinde van de warmtepomp
2.1
Toepassingsgebied
De lucht/water-warmtepomp is uitsluitend ontworpen voor het verwarmen van verwar-
mingswater. Deze kan in aanwezige of nieuw te plaatsen verwarmingsinstallaties ge-
bruikt worden.
De warmtepomp is geschikt voor mono-energetische en bivalente werking tot een bui-
tenluchttemperatuur van -25 °C.
Bij continu werking moet een teruglooptemperatuur van het warme water van meer dan
18 °C aangehouden worden om probleemloos ontdooien van de verdamper te waar-
borgen.
De warmtepomp is niet ontworpen voor de verhoogde warmtebehoefte tijdens het dro-
gen na de bouw. Daarom moet in de extra warmtebehoefte met speciale apparaten ter
plaatse worden voorzien. Voor het drogen na de bouw in de herfst of in de winter is het
raadzaam een additioneel elektrisch verwarmingselement (als toebehoren verkrijgbaar)
te installeren.
Opmerking
Het apparaat is niet voor frequentieomzetting geschikt.
2.2
Werkwijze
Omgevingslucht wordt door de ventilator aangezogen en daarbij via de verdamper
(warmtewisselaar) geleid. De verdamper koelt de lucht af, d.w.z. hij onttrekt warmte aan
de lucht. De gewonnen warmte wordt in de verdamper op de werkvloeistof (koelmid-
del) overgedragen.
Met behulp van de elektrisch aangedreven compressor wordt de opgenomen warmte
door drukverhoging op een hoger temperatuurniveau "gepompt" en via de condensor
(warmtewisselaar) aan het verwarmingswater afgegeven.
Daarbij wordt de elektrische energie gebruikt om de warmte van de omgeving op een
hoger temperatuurniveau te brengen. Omdat de aan de lucht onttrokken energie naar
het verwarmingswater getransfereerd wordt, wordt dit apparaat ook lucht/water-warm-
tepomp genoemd.
De lucht/water-warmtepomp bestaat uit de hoofdcomponenten verdamper, ventilator
en expansieventiel alsook de geluidsarme compressoren, de condensor en de elektri-
sche sturing.
Bij lage omgevingstemperaturen verbindt luchtvochtigheid zich als rijp met de verdam-
per en belemmert de warmteoverdracht. Een ongelijkmatige adsorptie geeft daarbij
geen tekort weer. Indien nodig, wordt de verdamper automatisch door de warmtepomp
ontdooid. Afhankelijk van het weer kunnen daarbij stoomwolken bij de luchtuitlaat ont-
staan.
7
452163.66.75 · 08/2018 · Rei