452163.66.75 · 08/2018 · Rei
Montage- en gebruiksaanwijzing
WWP L 25 A-2 - WWP L 40 A-2
1 Direct lezen a.u.b.
1.3
Wettelijke voorschriften en richtlijnen
Deze warmtepomp is volgens artikel 1, paragraaf 2 k) van de EU-richtlijn 2006/42/EU
(richtlijn voor machines) voor huiselijk gebruik bestemd en valt daarmee onder de eisen
van de EU-richtlijn 2014/35/EU (laagspanningsrichtlijn). De pomp is daarmee ook be-
stemd voor gebruik door leken voor het verwarmen van winkels, kantoren en andere
soortgelijke werkomgevingen, evenals voor het verwarmen van landbouwbedrijven, ho-
tels, pensions en dergelijke of voor het verwarmen van andere wooninrichtingen.
De constructie en uitvoering van de warmtepomp voldoen aan alle overeenkomstige
EG-richtlijnen, DIN- en VDE-voorschriften (zie CE-conformiteitsverklaring).
Bij de elektrische aansluiting van de warmtepomp dienen de overeenkomstige VDE-,
EN- en IEC-normen alsook het Algemeen Reglement voor Elektrische Installaties
(A.R.E.I.) te worden nageleefd. Bovendien moeten de aansluitvoorwaarden van de
energievoorzieningsbedrijven in acht genomen worden.
Bij het aansluiten van de verwarmingsinstallatie dienen de betreffende voorschriften
opgevolgd te worden.
Dit toestel kan door kinderen vanaf 8 jaar en meer alsook door personen met vermin-
derde fysieke, sensorische of mentale capaciteiten of gebrek aan ervaring en kennis
worden gebruikt, als deze onder toezicht zijn of over het veilige gebruik van het toestel
werden geïnstrueerd en de daaruit resulterende gevaren verstaan.
Kinderen mogen niet met het toestel spelen. Reiniging en gebruikersonderhoud mogen
niet door kinderen zonder toezicht worden uitgevoerd.
OPGELET
ACHTUNG
Voor het gebruik en het onderhoud van een warmtepomp zijn de vereiste
regelgevingen van de landen na te komen, waarin de warmtepomp gebruikt wordt.
Afhankelijk van de koelmiddelhoeveelheid moet de dichtheid van de warmtepomp met
regelmatige tussenpozen door overeenkomstig opgeleid personeel worden
gecontroleerd en vastgelegd.
Mee informatie hierover vindt u in het meegeleverde logboek.
1.4
Energiebesparend gebruik van de warmtepomp
Door het gebruik van deze warmtepomp draagt u bij aan de ontlasting van het milieu.
De voorwaarde voor een energiebesparende werking is de juiste dimensionering van
de warmtebron- en warmtegebruiksinstallatie.
Het is van groot belang voor de effectiviteit van een warmtepomp dat het temperatuur-
verschil tussen het verwarmingswater en de warmtebron zo laag mogelijk wordt ge-
houden. Daarom is een zorgvuldige dimensionering van de warmtebron en de verwar-
mingsinstallatie dringend aan te bevelen. Een met één kelvin (één °C) hoger
temperatuurverschil leidt tot een verhoging van het stroomverbruik van ca. 2,5%.
Let erop dat bij het dimensioneren van de verwarmingsinstallatie ook rekening gehou-
den moet worden met speciale lasten, zoals de bereiding van sanitair warm water, en
dat deze ook voor lagere temperaturen gedimensioneerd moeten worden. Een vloer-
verwarming (verwarming van oppervlakken) is door lage vertrektemperaturen
(30 °C tot 40 °C) optimaal geschikt voor het gebruik van een warmtepomp.
Tijdens het gebruik dient verontreiniging van de warmtewisselaars te worden voorko-
men, omdat hierdoor het temperatuurverschil verhoogd wordt, met een slechtere ver-
mogenscoëfficiënt als gevolg.
Een aanzienlijke bijdrage tot energiebesparend gebruik wordt ook geleverd door de
warmtepompmanager, indien op de juiste manier ingesteld. Meer opmerkingen hierom-
trent vindt u in de gebruiksaanwijzing van de warmtepompmanager.
6