5.ONDERHOUD
5.1 Problemen oplossen
Standaard
Montage onmogelijk
Onvoldoende
debiet
Gaslek
Er komt gas uit de
overdrukklep
Opkomst van de
uitlaatdruk
Onstabiele
uitlaatdruk of
frosting
Trillingen
Bedieningshandleiding OP110_v1.1_02/2022_NL pagina 9/14
Oorzaak
Verbindingen kunnen niet worden
gemonteerd
Beschadigde verbindingen
Doorsnede van de doorgang
begrensd door een klep
Onvoldoende gevulde of lege
cilinder
Klep werkt niet
Ondermaatse apparatuur
Downstream apparaat niet
operationeel
Spanning standaard
Lekkage bij de klep of
beschadigde overdrukklep
Lekkage bij de klep
Te lage werktemperatuur
Het gebruikte gas is (Ar), kooldioxide
(CO
)
2
of lachgas (N
Debiet te hoog
laag tarief tot hoog
Aanwezigheid van een klep met
snelle opening op de afgaande
leiding
Controleer de verenigbaarheid
van de gassen, de inlaat en de
Sluit de cilinderafsluiter en
vervang de veiligheidsklep
Breng de temperatuur van de
apparatuur weer boven 0 °C
Gebruik een verwarming bij de
O)
2
Respecteer het maximale debiet
Het debiet beperken door een
klep of een gekalibreerde
Het debiet beperken door een
klep of een gekalibreerde
Controleer de stroomcurve
Remedy
uitlaat
Vervang de regelaar
Open de klep
Vervang de cilinder
Vervang de cilinder
Contact Air Liquide
Verander het apparaat
Sluit de cilinderklep.
inlaat
van de regelaar.
opening.
opening.