- De overdrukklep van de apparatuur is niet ontworpen om de toepassing te beschermen.
- De eigenaar van de toepassing is verantwoordelijk voor de te installeren veiligheidsklep (met
CE-markering) ter bescherming van zijn toepassing.
-
Als het debiet moet worden aangepast, installeer dan een doseerklep.
3.5 Activering
Ook al wordt de dichtheid van elke regelaar in de fabriek getest, toch moet worden nagegaan of
er geen lekkage is op de verbindingen die tijdens de montage worden gemaakt. Alvorens deze
controle uit te voeren, dient men zich ervan te vergewissen dat het stroomafwaartse circuit
gesloten is (naar de toepassing toe).
Ga nooit recht voor de uitlaat van de cilinderklep staan terwijl u deze opent.
3.5.1 Controle van de lekkage in het stroomopwaartse circuit
➢
Controleer of het handwiel van de regelaar los zit (linksom).
➢
Open de cilinderklep
➢
Controleer of de op de hogedrukmeter aangegeven waarde niet gedurende een voldoende
lange periode varieert.
➢
Controleer zo nodig de lekkage in het stroomopwaartse circuit (inlaatfitting en manometer)
met behulp van een lekdetector van AIR LIQUIDE.
In geval van lekkage :
➢
Sluit de cilinderklep.
➢
Spoel de regelaar
➢
Controleer de afdichting en vervang deze zo nodig.
➢
Draai de inlaatverbinding weer vast. In het geval van een knelfitting moet u ervoor zorgen
dat de buis volledig in de fitting zit. Controleer de hulzen, vervang ze indien nodig.
➢
Draai de moer van de compressiefitting weer vast.
3.5.2 Controle op lekkage in het stroomafwaartse circuit
➢
Controleer of de klep van het uitlaatcircuit gesloten is.
➢
Open de cilinderklep.
➢
Draai het handwiel met de klok mee om een druk af te lezen op de uitlaatdrukmeter.
➢
Controleer de op de hogedrukmeter aangegeven waarde.
➢
Controleer zo nodig de lekkage in het stroomafwaartse circuit (uitlaatfitting en manometer)
met behulp van een lekdetector van AIR LIQUIDE.
➢
In geval van lekkage:
➢
Sluit de cilinderklep.
➢
Spoel de regelaar door.
➢
Draai het handwiel tegen de klok in.
➢
Zorg ervoor dat de buis volledig in de fitting zit.
➢
Controleer de hulzen, vervang ze indien nodig.
➢
Draai de moer van de compressiefitting weer vast.
⚠ Draai kleppen altijd GRADUAL. Draai NOOIT een fitting onder gasdruk opnieuw vast.
Bedieningshandleiding OP110_v1.1_02/2022_NL pagina 7/14