Inhoudsopgave
Advertenties
1.GEBRUIKSGEBIED EN KENMERKEN
1.1 Functies
De drukregelaars worden gebruikt :
-
om een geconditioneerd gas onder hoge druk (200 of 300 bar bij 15°C) in de cilinder te
verminderen
-
om de uitvoerdruk te regelen en stabiel te houden.
-
om de gaszuiverheid te behouden.
De regelaars zijn ontworpen voor de toepassing van industriële gassen.
Specifieke regelaars voor voedings- en dranktoepassingen hebben een specifieke
"Food" aanduiding op hun benaming en een Food logo markering. Ze kunnen alleen
worden gebruikt met ALIGAL™-gasproducten.
De regelaars mogen niet worden gebruikt als afsluiters
1.2 Debietcurve
Elk model regelaar heeft een stroomcurve, die te vinden is op zijn productblad.
Om te bepalen welke regelaar geschikt is voor de vereiste druk en debiet, moet de gebruiker deze
debietcurve raadplegen volgens de onderstaande methode.
Een stroomcurve wordt in onderstaande vorm weergegeven met de volgende definities uit de ISO
2503-norm:
P1: inlaatdruk
P2: gereguleerde uitlaatdruk
Q1: nominaal debiet met een
drukverlies van 10%.
Qmax: maximaal debiet
De optimale werkingszone van de
regelaar ligt in het groene gebied in
de figuur
Als het werkpunt buiten deze zone
ligt, zal de verdamper niet correct
kunnen werken.
Indien een drukval van 30%
stroomafwaarts aanvaardbaar is
voor de gebruiker, kan het
werkingsgebied worden uitgebreid tot een gebied dat bij benadering een driehoek vormt, met een
lijn die het nulpunt verbindt met het punt -30% (zoals de lijn die het punt -10% verbindt).
NB: de voorafgaande bedrijfstoestand is dat: P1≥ 2xP2+ 1 bar
Houd rekening met deze voorwaarde bij het legen van de fles.
Bedieningshandleiding OP110_v1.1_02/2022_NL pagina 3/14
.
Advertenties
Inhoudsopgave
