Hoofdstuk 5: Live-weergave
De recorder kan meer dan een pictogram tegelijk weergeven. Zie "Algemene
recorderinstellingen" op pagina 114 voor het weergeven of verbergen van de
statuspictogrammen. Zie "Typen alarmmeldingen" op pagina 108 voor het in- of
uitschakelen van de optie "Gebeurtenispictogram weergeven".
De systeemstatus wordt via statuslampjes weergegeven op het voorpaneel.
Video-uitgang
De recorder controleert automatisch de gebruikte monitoruitgangen. Indien meer dan
een monitor is aangesloten, wordt vervolgens bepaald welke monitor de hoofdmonitor
is en welke de gebeurtenismonitor. De gebeurtenismonitor wordt gebruikt om
gedetecteerde gebeurtenissen weer te geven, zoals beweging. Er kan slechts één
monitor tegelijk worden bediend.
Indien een HDMI-monitor wordt gebruikt, is dit de hoofduitgang. Indien zowel HDMI- als
VGA-monitoren zijn aangesloten op de recorder, zijn beide monitoren hoofdmonitoren
en geven ze dezelfde weergave weer.
Zie "Muismenu voor live-weergave" op pagina 32 voor meer informatie over het
instellen van de monitoren.
Monitor A is de hoofdmonitor. Als een alarm of beweging wordt gedetecteerd, wordt de
camera met de alarm-/bewegingsgebeurtenis op monitor B weergegeven. Als er
meerdere alarm- of bewegingsgebeurtenissen zijn, worden de camerabeelden in
numerieke volgorde op monitor B weergegeven.
Muismenu voor live-weergave
Veel van de eigenschappen van de live-weergave zijn snel toegankelijk door de cursor
op een live-beeld te plaatsen en op de rechtermuisknop te klikken. Het muismenu wordt
weergegeven (zie Afbeelding 7 hieronder).
32
TruVision DVR 44HD Gebruikershandleiding