Inhoudsopgave
Advertenties
A2-26
9.2.3
Verboden bewerkingstechnieken vlakschaven
9.2.4
Werkstukafmetingen (vlakschaafmachine)
Lengte onder 250 mm
Lengte boven 1500 mm
Breedte
Dikte
9.2.5
Werkstroom met toegestane werktechnieken
Met de vlakschaafeenheid zijn alleen de volgende bewerkingstechnieken toege-
laten:
●
Vlakschaven van de brede zijde van een werkstuk.
●
Voegfrezen van de smalle zijde van een werkstuk.
●
Aanschuinen van de smalle zijde van een werkstuk.
●
Afschuinen van de randen van een werkstuk.
●
Altijd voor de machine van rechts naar links werken.
Met de vlakschaafeenheid zijn de volgende bewerkingstechnieken altijd ver-
boden:
●
Gelijkloopschaven (draairichting van de schaafas gelijk aan de aanvoerrich-
ting).
●
Insteekwerk (werkstuk wordt niet over de gehele lengte bewerkt).
●
Vlakschaven van werkstukken met sterke welving.
●
Rabatschaven aan het schaafaseinde.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel door werkstukonderdelen
Splinteren van werkstukken met grote spaanderafnamer (4 mm)
−
Stel bij werkstukken met een dikte van minder dan 10 mm
slechts een geringe spaanafvoer in (max. 10 % van de werk-
stukdikte).
−
Het afgewerkte geschaafde werkstuk mag niet dunner zijn dan
6 mm.
Indien geschikte hulpmiddelen worden gebruikt en de veiligheidsafstanden tot de
omgeving in acht worden genomen, zijn geen beperkingen van de werkstuklengte
noodzakelijk.
alleen met speciale inrichting werken (bijv. duwhout).
alleen met tafelverlenging of met een tweede persoon werken.
max. 260 mm
min. 10 mm (zonder geschikt hulpmiddel)
Personeel:
●
Geschoolde machinebedieners
Veiligheidsuitrusting:
●
Schuifstok, Schuifklink
Bedienen
59
Advertenties
Inhoudsopgave
