Bedieningshandleiding
Veiligheidsnormen
Gevaren verbonden met de WERKZAAMHEDEN
en het ONDERHOUD
Alvorens met een werk te
•
Eerst en vooral nagaan of de onderhoudsbeurten
nauwkeurig uitgevoerd
GEVAAR
De machine in werkstand brengen door het
evenwicht na te gaan op het in de cabine aanwezig
apparaat.
•
Controleer of er voldoende brandstof aanwezig
is om een plotselinge stilstand van de machine,
tijdens kritische manoeuvres, te voorkomen.
•
D e i n s t r u m e n t e n , d e b o r d e n , d e
verlichtingselementen en de ruiten van de cabine
zorgvuldig schoonmaken.
•
V e r i f i e e r d e j u i s t e w e r k i n g v a n a l l e
veiligheidsinrichtingen op de machine en in de
werkzone.
•
In geval van problemen of moeilijkheden, van
eender welke aard, eerst bij de meerdere melden.
In geen geval het werk starten zonder de nodige
veiligheidsvoorwaarden.
•
Het is verboden noodreparaties uit te voeren om
alsmaar snel met het werk te
Tijdens het werken, onderhouden of herstellen,
steeds voorzichtig
blijven:
•
Het is verboden onder de opgeheven lading
te lopen of te staan of onder andere delen v/h
voertuig, opgeheven door hydraulische cilinders
of door
koorden.
•
Grepen en voetplanken schoonhouden van
olie, vet en vuil teneinde glijden en vallen te
voorkomen.
18
beginnen:
werden.
starten!
PERSONENPLATFORM
•
Bij in- en uitstappen cabine of andere geheven
delen, nooit de rug naar het voertuig
•
Bij werken op gevaarlijke hoogtes (hoger dan
1,5 m. van grond), gebruik veiligheidsgordels of
valschermen.
•
Het is verboden in of uit te stappen wanneer het
voertuig in beweging
•
Het is verboden de bedieningsplaats te verlaten
wanneer het voertuig in werking
•
Het is ten strengste verboden eender welk werk
uit te voeren tussen de wielen van het voertuig
met draaiende motor. Wanneer dit nodig zou zijn,
is men verplicht de motor uit te
•
Het is verboden werken, onderhoud of
herstellingen uit te voeren zonder de juiste
verlichting.
•
Bij het gebruik van lampen, opletten dat de
verlichting het werkend personeel niet
•
Alvorens elektrische kabels of onderdelen onder
spanning te zetten, letten op de juiste verbinding
en
functie.
•
Het is verboden werken uit te voeren op
elektrische delen onder spanning, hoger dan
V.
•
Het is verboden natte stekkers of stopcontacten
te
gebruiken.
•
Gevaar aanduidende borden en platen mogen
nooit weggehaald, bedekt of onleesbaar gemaakt
worden.
•
Het is verboden, tenzij voor onderhoudsreden,
veiligheidsborden, koffers of beschermingscarters
weg te halen. Wanneer dit toch nodig zou blijken,
gelieve het heel voorzichtig en met uitgedraaide
motor te doen; verplichtend alles terug op plaats
te brengen alvorens de motor aan te draaien en
met het voertuig te werken.
•
Het is nodig de motor stop te zetten en de
accu te ontkoppelen telkens men onderhoud of
herstellingen
uitvoert.
Eerste Uitgave - Derde Druk
draaien.
is.
is.
draaien.
verblind.
Code 57.0303.5210
48