SC-P600 Gebruikershandleiding
❏ Om de kwaliteit van de printkop te handhaven
houdt deze printer op met afdrukken voordat
cartridges helemaal zijn opgebruikt.
❏ De cartridges kunnen gerecycleerd materiaal
bevatten. Dit heeft echter geen enkele invloed op de
goede werking van de printer.
❏ Haal de cartridges niet uit elkaar en verander er
niets aan. Anders kunt u mogelijk niet meer
normaal afdrukken.
❏ Bij het reinigen van de printkop en andere
onderhoudstaken worden alle kleuren inkt
verbruikt. Zo is de printkop altijd in goede conditie.
❏ Afhankelijk van de papiersoort en de instellingen
voor de afdrukkwaliteit kan er ook kleureninkt
worden verbruikt bij het maken van diepzwarte
tinten bij het afdrukken in zwart-wit of grijstinten.
❏ U kunt niet de cartridges gebruiken die voor
vervanging bij de printer zijn geleverd.
Behandeling van papier
Houd rekening met de volgende punten bij het omgaan
met en bewaren van papier. Als het papier niet in goede
conditie verkeert, kan de afdrukkwaliteit afnemen.
Zie de handleiding die bij het papier zit voor meer
informatie.
Behandeling
❏ Gebruik speciaal afdrukmateriaal van Epson in
normale omstandigheden (temperatuur van 15 tot
25 °C en relatieve luchtvochtigheid van 40 tot 60%).
❏ Vouw het papier niet en maak geen krassen op het
oppervlak van het papier.
❏ Kom niet met blote handen aan de afdrukzijde van
het papier. Vocht en vet van uw handen kunnen de
afdrukkwaliteit beïnvloeden.
❏ Papier kan gaan krullen of slap worden als de
temperatuur en luchtvochtigheid veranderen.
Maak geen krassen en vlekken op het papier. Maak
het papier vlak voordat u het in de printer plaatst.
❏ Maak het papier niet nat.
Inleiding
❏ Bewaar de verpakking van het papier om die te
kunnen gebruiken voor de opslag van het papier.
❏ Vermijd ruimtes waarin het papier bloot staat aan
direct zonlicht, overmatige warmte of vocht.
❏ Bewaar papier in de oorspronkelijke verpakking op
een vlakke ondergrond.
Behandeling van bedrukt papier
Houd voor een hoogwaardig afdrukresultaat dat lang
mooi blijft, rekening met de volgende punten.
❏ Wrijf niet over de bedrukte zijde en maak er geen
krassen op. Als u dit wel doet, kan de inkt loskomen.
❏ Raak de bedrukte zijde niet aan, anders kan de inkt
loskomen.
❏ Laat uw afdrukken goed drogen voordat u ze
opvouwt of op elkaar legt. De kleuren zouden
kunnen veranderen op het punt waar de afdrukken
elkaar raken (vlekken). Deze vlekken verdwijnen
als u de afdrukken onmiddellijk van elkaar haalt en
laat drogen. Als u dit niet doet, zijn de vlekken
blijvend.
❏ Als u de afdrukken in een album plakt voordat ze
droog zijn, kunnen ze vervagen.
❏ Gebruik geen droger om de afdruk te drogen.
❏ Vermijd direct zonlicht.
❏ Volg de aanwijzingen in de handleiding van het
papier om het verkleuren van afdrukken te
vermijden.
❏ Voorkom dat uw afdrukken verkleuren. Bewaar ze
op een koele, droge en donkere plaats.
19