2
Montage
2.1 Montage cv-ketel
Figuur 2.1.a
2.2 Montage rookgasafvoer en luchttoevoer
3.
2.
1a.
2.3 Condensafvoer
6
Ketel installeren conform geldende richtlijnen in daarvoor bestemde en goed
geventileerde opstellingsruimte.
De opstellingsruimte voor de CV-ketel moet vorstvrij zijn en blijven.
De ketel kan met de ophangbeugel en het meegeleverde bevestigingsmateriaal aan
praktisch elke wand worden bevestigd. De wand moet vlak en zó stevig zijn dat deze
het ketelgewicht met waterinhoud kan dragen.
Let op de minimale afstanden tussen ketel, wanden en plafond ten behoeve van het
plaatsen en verwijderen van de mantel (zie installatie en service manual).
Met behulp van de maattekening (fi guur 2.1.b) kan de plaats van de ketel bepaald worden.
Verwijder vóór het ophangen van de ketel allereerst de mantel van de ketel. De mantel
is tevens de luchtkast en is met vier snelsluitingen (A, B, C en D) aan de achterwand
bevestigd (zie fi guur 2.1.a).
Borg de snelsluitingen met de schroeven (A, B, C en D) bij het terugplaatsen van
de mantel.
Til de ketel alleen op aan de achterwand.
Gebruik de set zoals gekozen uit hoofdstuk 1.2
Gebruik voldoende montagevet op de afdichtringen om montage te vergemak-
kelijken.
Luchttoevoer:
-
Steek het ø80mm deel van de bocht ø 60mm lang (2) in de bocht ø80mm (1a)
-
Plaats de ø80mm bocht (1a) op de aansluiting luchttoevoer van de ketel
-
Draai de ø60mm aansluiting op de linker ø60mm aansluiting van de WTW-unit
1b.
Rookgasafvoer:
-
Steek de ø60mm bocht kort (3) op de rechter aansluiting van de WTW-unit
-
Plaats de ø80mm bocht (1b) op de aansluiting rookgasafvoer van de ketel
-
Draai het ø80mm deel van de bocht ø60mm kort (3) in de bocht ø80mm (1b). Verwijder
hiervoor zonodig de afvoerpijp in de ketel.
Controleer de aansluitingen op goede en blijvende afdichting om rookgaslek-
kage te voorkomen. Rookgaslekkage is levensgevaarlijk.
De WTW-unit is voorzien van een condensafvoer. Indien deze condensafvoer door de
werkzaamheden onderbroken is, moet de condensafvoer weer hersteld worden en aan
de binnenriolering worden aangesloten.
De cv-ketel heeft een aparte condensafvoer. Sluit de condensafvoer aan op een aparte
aansluiting op de binnenriolering volgens de montage- en servicemanual van de cv-ketel.