4
Instellingen en aanpassingen
Optie Invoer/Relaisuitvoer Instellingen
Relaisuitgang
■ Geavanceerde instellingen Relaisuitgang
Gegeven
Verificatiesleutel
Geluidsinstellingen
Beschrijving
Stel de verificatiesleutel in wanneer
"Deurontgrendeling" is geselecteerd in
"Functie (beheerdersinstelling)" om de met
het station verbonden deur te ontgrendelen.
Als de "Verificatiesleutel" is bevestigd, wordt
de relaisuitgang geactiveerd. Dit is ook de
verificatiesleutel die wordt gebruikt om de
deur te ontgrendelen via het keypad op de
IX-MV7-* of een VoIP-telefoon.
• Deurontgrendeling: selecteer het geluid
van de Deurontgrendeling.
• Relaisbesturing (start): selecteer het
geluid dat moet worden afgespeeld
wanneer Optie relais is geactiveerd.
• Relaisbesturing (einde): selecteer het
geluid dat moet worden afgespeeld
wanneer Optie relais is gedeactiveerd.
Programmering van het station
Instellingen
1-20 cijfers
• Geen
• Oproeppatroon 1
• Oproeppatroon 2
• Oproeppatroon 3
• Oproeppatroon 4
• Oproeppatroon 5
• Oproeppatroon 6
• Tremolo-geluid
• In gesprek-antwoordtoon
• In de wacht
• Werkingsgeluid
• Fout
• Voortoon 1
• Voortoon 2
• Voortoon 3
• Communicatie-einde
voortoon
• Oproepwachtrij melding
• Wachten op antwoord-toon
• Selecteer een geluid dat is
geregistreerd in
aangepaste geluiden
(→pagina
36)".
49
Standaardwaarden
-
Deurontgrendeling:
Werkingsgeluid
Relaisbesturing (start):
Geen
Relaisbesturing
(einde): Geen
"Register