6.3 Warmwatervoorziening
6.4 Temperatuurregeling
10
De drinkwaterinstallatie moet voldoen aan:
-
AVWI - NEN 1006;
-
VEWIN werkbladen.
De ketelleidingen worden met 15 mm knelfittingen aangesloten op de installatie.
De boiler is voorzien van de volgende componenten:
-
Een inlaatcombinatie met een veiligheidsventiel van 8 bar.
Bij een verticale toepassing is deze samen met de condensafvoer en de afvoer
van het cv-veiligheidsventiel (3 bar) aangesloten op één rioolaansluitleiding.
Bij een horizontale toepassing zijn er twee rioolaansluitleidingen. Eén voor het
condenswater en de 3 bar veiligheidsklep van de ketel en de tweede voor de
inlaatcombinatie in de boiler.
-
Een instelbaar doseerventiel gemonteerd in de koudwaterleiding.
Het doseerventiel is standaard afgesteld op de maximale waterhoeveelheid en
kan op iedere gewenste waterhoeveelheid ingesteld worden.
-
Een thermostatisch mengventiel.
Het mengventiel staat standaard afgesteld op 60°C en kan op de gewenste wa-
tertemperatuur worden ingesteld.
De warmwatervoorziening is aangesloten op de standaard warmwateraansluiting van
de boiler. Hiernaast beschikt de boiler over een eventuele extra "heet"-wateraanslui-
ting, die buiten het thermostatisch mengventiel om warmwater levert. Deze 12 mm
aansluiting is bedoeld voor keukendoeleinden. (Bijvoorbeeld 60°C voor kortstondig
gebruik).
Type
QBV110 / QBH110
tapwaterhoeveelheid per toestelcombinatie (* Indicatie comfortklasse Warmwater, zie tabel 7)
De boilers worden met de volgende twee instellingen geleverd:
-
Maximale waterhoeveelheid dat door middel van het instelbaar doseerven-
tiel is ingesteld.
-
Temperatuur van + 60°C dat door middel van het thermostatisch mengven-
tiel is ingesteld.
Desgewenst kan de waterhoeveelheid en watertemperatuur worden veranderd. Als
leidraad kunt u tabel 5 aanhouden.
Om een daling in de standaard ingestelde tapwatertemperatuur (60°C) bij langdurig
tappen (langer dan 8 minuten) te voorkomen adviseren wij u de temperatuurinstelling
voor warmwater te verhogen.
Als de ATAG BrainQ thermostaat wordt aangesloten op de installatie kan er voor be-
paalde tijdblokken een afwijkende boilerwatertemperatuur worden ingesteld. Zie voor
het instellen van deze temperaturen de handleiding van de ATAG BrainQ thermostaat.
Q25S
38°C
60°C
CW
17,8
10,0
5*
Q38S
38°C
60°C
CW
21,4
12,0
6*
tabel 5