3.2
Aansluiten t/m 4 collectoren
Er kunnen maximaal vier collectoren in serie worden geschakeld met de standaard ATAG solarstations. Plaats
de collectoren bij verticale plaatsing altijd met de aansluitingen naar boven. Onderstaande afbeeldingen geven
mogelijke varianten voor het schakelen van de collectoren.
Voor alle verticale opstellingen tot en met 4 collectoren zijn fl exibele slangen voor het koppelen van de collectoren
meegeleverd. Overige (langere) leidingen worden niet standaard meegeleverd en dienen separaat besteld te
worden.
3.3
Aansluiten vanaf 4 collectoren
Systemen met meer dan 4 collectoren moeten op een zodanige manier parallel worden geïnstalleerd dat de
drukval van elke parallelle sectie hetzelfde zal zijn. Dit kan op verschillende manieren maar we raden aan om de
totale leidinglengte van elke sectie gelijk te houden volgens het Tichelmann principe. Ook is het aan te raden om
de secties gelijk te houden in serie van 2, 3 of 4 collectoren. Indien Tichelmann niet mogelijk is kunnen bijvoorbeeld
strangregelventielen worden toegepast geschikt voor zonthermische toepassingen. Wanneer een collectorveld niet
goed is ontworpen, zal een deel van de collectoren minder presteren vanwege het verschil in drukval. Dit betekent
dat er minder transport van energie is en dus minder opbrengst.
Houd de (warme) retourleiding van de collector zo kort mogelijk om thermische verliezen te beperken. Plaats de
collectorsensor op de warmst uitgaande kant van de collector richting het voorraadvat.
Voorbeelden aansluiten
van 6 collectoren
2x verticaal en horitzontaal
3x verticaal en horizontaal
4x verticaal en horizontaal
Sensor kabel
7