7.4
Montage
1. Controleer alle meegeleverde materialen.
Benodigd:
• Rolmaat
• Accu schroeftol met kruiskopbit
• Steeksleutel + contrasleutel
• Staalborstel (schoonmaken pannen)
Per collector dient een stellat gemonteerd te worden.
24
3. De
stellat
wordt
bevestigd
als
een
permanente borging van
de collector en voorkomt
daarmee
doorzakking.
De
onderste
stellat
wordt op 2260 mm vanaf
de onderkant dakpan tot
de bovenzijde van de
stellat bevestigd.
5. Schroef
de
tweede
stellat tijdelijk op de
onderste stellat met 3
stuks 4x60 schroeven.
2. Bepaal de plaats van
Schuif de bovenste rij dakpannen onder de
bovenliggende rij en verwijder een extra rij pannen
aan de buitenzijden voor werkruimte.
4. De stellat moet 5 mm
De stellat mag de montagerail niet blokkeren.
6. Plaats
de
collector(en).
Behoud minimaal de
eerste 2 dakpanrijen
onder
de
nok
van
het
dak.
Verwijder
de
dakpannen.
Zie
hoofdstuk 6.3 voor de
afmetingen voor indak
montage.
boven
de
dakpanlat
uitsteken.
Verhoog
de
stellat
desnoods
met
bijgeleverde
uitvulplaatjes.
de
(eerste)
collector
op
de
bestaande
panlatten
tegen de stellatten.