G E B R U I K E R S H A N D L E I D I N G , S O F T W A R E - B E D I E N I N G S I N S T R U C T I E S & O P M E R K I N G E N
—
Instellen LAN
We gaan de variabelen van het scherm van het
DALI-besturingseenheidnetwerk instellen.
Hiervoor moet het netwerk met een kabel
verbonden zijn.
De software van de pc voert deze stap automatisch
voor u uit en legt een directe verbinding met het
LAN.
Wanneer u op dit scherm op de DCU komt, is het
reeds ingevuld.
:
Mac adres:
IP adres:
.
Subnetmasker:
.
Gateway:
.
Automatisch een IP-adres verkrijgen
:
00
80
Mac adres:
10
0
IP adres:
.
225
225
Subnetmasker:
.
10
0
Gateway:
.
Automatisch een IP-adres verkrijgen
:
:
:
.
.
.
.
.
.
Gebruik het bovenstaande IP-adres
:
:
:
e1
08
21
0
123
.
.
0
0
.
.
0
1
.
.
Gebruik het bovenstaande IP-adres
De netwerkkenmerken (adressering) worden
automatisch ingesteld
U komt hier vanaf de Instellingenpagina
:
>> Instellen >> Ethernet-configuratie
Als u de DCU direct wil verbinden met het LAN,
dan hoeft u niets te wijzigen aangezien de DCU
automatisch een IP-adres krijgt.
Het MAC-adres van dit apparaat is alleen voor
referentie.
Als u indirect tot het LAN wilt verbinden, moet u
:
2e
eerst het hokje „Gebruik het bovenstaande
IP-adres" aankruisen.
U moet de bestanden op uw computer instellen,
zoals op de volgende pagina wordt getoond.
27