Inhoudsopgave
Advertenties
4. De gewenste meetpunten van het stroomcircuit met de
meetpennen (11) van de meetsnoeren aanraken.
ð Het apparaat geeft een akoestisch signaal, als de
gemeten weerstand onder 20 Ω ligt.
ð Het apparaat geeft geen akoestisch signaal, als de
gemeten weerstand boven 150 Ω ligt.
ð Het apparaat kan een akoestisch signaal geven, als de
gemeten weerstand onder 20 Ω en 150 Ω ligt.
Frequentiemeting
Info
U kunt de frequentie meten met de klem (1) of met de
meetkabels.
Ga als volgt te werk voor het meten van de frequentie met de
meetsnoeren:
1. Het zwarte meetsnoer (14) op de aansluiting COM (7) en
het rode meetsnoer (13) op de aansluiting input (6)
aansluiten.
2. De draaischakelaar (3) naar de stand frequentie (37)
draaien.
3. Druk meerdere keren op de functietoets (34), tot de
eenheid voor frequentie in de indicatie (22) wordt
weergegeven.
4. Verbind de meetpennen (11) van de meetsnoeren van het
te meten object.
ð De meetwaarde wordt op de meetwaardeweergave (24)
weergegeven.
Ga als volgt te werk voor het meten van de frequentie met de
klem:
• Zorg bij het vasthouden van de stroomtang dat u deze
altijd alleen voor de aanrakingsbescherming (12) vastpakt.
1. De draaischakelaar (3) naar de stand frequentie (37)
draaien.
2. Druk op de hendel (9) voor het openen van de klem (1) en
de te meten geleider gecentreerd in de klem invoeren.
3. Bij het centreren van de geleider letten op de
klembekuitlijningsmarkeringen op de klem (1).
ð De meetwaarde wordt op de meetwaardeweergave (24)
weergegeven.
Meting van schakelverhouding
Info
De ingangsspanning moet tussen 4 Vp-p* en 10 Vp-p
liggen.
*p-p = "Peak to Peak" waarde (piekamplitudewaarde MIN tot
MAX)
10
Ga als volgt te werk om bij een frequentiemeting de
schakelverhouding te bepalen:
1. Het zwarte meetsnoer (14) op de aansluiting COM (7) en
het rode meetsnoer (13) op de aansluiting input (6)
aansluiten.
2. De draaischakelaar (3) naar de stand
schakelverhouding (38) draaien.
3. Druk meerdere keren op de functietoets (34), tot de
eenheid procent in de indicatie (21) wordt weergegeven.
4. Verbind de meetpennen (11) van de meetsnoeren van het
te meten object.
ð De meetwaarde wordt op de meetwaardeweergave (24)
weergegeven.
5. Druk twee keer op de functietoets, voor het resetten van
de meetwaardeweergave (24).
Capaciteitsmeting
Waarschuwing voor elektrische spanning
Er bestaat gevaar voor een elektrische schok en
letselgevaar bij meting van capaciteit!
Zorg dat het te onderzoeken stroomcircuit is
uitgeschakeld en spanningsvrij is.
Info
Bij metingen van capaciteiten die hoger zijn dan 10 µF,
kan het circa 30 seconden duren, tot het apparaat een
stabiel meetresultaat weergeeft.
Info
Door de strooicapaciteit van de meetpennen en de
hiermee samenhangende ingangsschakeling van het
meetapparaat, kan het zijn dat deze weergave niet
gelijk aan nul is, voordat de meetpennen op de te
controleren condensator zijn aangesloten. Dit is
normaal en de weergegeven meetwaarde moet worden
afgetrokken van de volgende meetwaarden.
• Zorg bij het vasthouden van de meetsnoeren dat u ze altijd
alleen voor de aanrakingsbescherming (12) vastpakt.
Ga als volgt te werk voor het meten van de capaciteit:
ü Het stroomcircuit is uitgeschakeld.
ü Alle condensatoren zijn volledig ontladen.
1. Het zwarte meetsnoer (14) op de aansluiting COM (7) en
het rode meetsnoer (13) op de aansluiting input (6)
aansluiten.
2. De draaischakelaar (3) naar de stand capaciteit (38)
draaien.
3. Druk meerdere keren op de functietoets (34), tot de
eenheid voor capaciteit in de indicatie (23) wordt
weergegeven.
stroomtang BE44
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
