Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Stroomomvormer Aansluiten - Fronius Smart Meter IP Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Smart Meter IP:
Inhoudsopgave

Advertenties

-
-
-
-
-
-
Monteer de transformatoren aan de te meten geleiders en sluit de transformator-
kabels aan op de Fronius Smart Meter. Schakel de stroom uit alvorens de onder
spanning staande geleider los te koppelen. Leid de geleiders van het elektrici-
teitsnet door de transformatoren zoals beschreven in het vorige hoofdstuk.
Transformatoren zijn richtinggevoelig. Als ze verkeerd om zijn gemonteerd of de
witte en zwarte kabels zijn omgekeerd, is het gemeten vermogen negatief.
Transformatoren met een gesplitste kern kunnen voor montage op de geleider
worden geopend. Een nylon kabelbinder kan rond de transformator worden be-
vestigd om te voorkomen dat deze per ongeluk wordt geopend.
Montage
Onbuigzaam of opklapbaar.
Onbuigzaam is meestal goedkoper en zorgt vaak voor betere prestaties en nauw-
keurigheidswaarden.
Opklapbare transformatoren kunnen voor bevestiging aan de geleider worden ge-
opend. Om onbedoeld openen te voorkomen, kan een plastic kabelbinder aan de
transformator worden bevestigd. Opklapbare transformatoren kunnen in een sys-
teem zonder spanningsonderbreking worden geïnstalleerd.
Stroomomvor-
mer aansluiten
Gebruik geen modellen met een uitvoerstroom van 1 of 5 ampère!
De maximale ingangsstromen staan vermeld op de gegevensbladen van de
transformatoren.
Zorg ervoor dat de transformatoren overeenkomen met de spanningsfasen.
Zorg ervoor dat de transformator L1 de stroom meet op dezelfde fase die
door de spanningsingang L1 wordt bewaakt. Hetzelfde geldt voor de fasen L2
en L3. Gebruik de bijgeleverde gekleurde etiketten of het gekleurd plakband
om de transformatorkabels te markeren.
Om de nauwkeurigheid te handhaven, mogen de draden van de transforma-
tor niet worden verlengd. Als kabelverlenging noodzakelijk is, gebruik dan
een Twisted Pair-kabel van 0,34 tot 1,5 mm
voor 300 V of 600 V (niet lager dan de bedrijfsspanning) en indien mogelijk
afgeschermd.
Controleer of de transformatoren in de juiste richting wijzen. Een pijl kan zo-
wel de verbruiker als de bron (openbaar elektriciteitsnet) aangeven.
Als ongebruikelijke meetwaarden in ongebruikte fasen worden geregistreerd,
overbrug dan de ongebruikte transformatoringangen: verbind voor elke onge-
bruikte transformator de met een witte stip gemarkeerde klem met een korte
kabel met de met een zwarte stip gemarkeerde klem.
2
(22 tot 16 AWG) die geschikt is
Zorg ervoor dat de transformato-
1
ren overeenkomen met de span-
ningsfasen. Zorg ervoor dat de
transformator L1 de stroom meet
op dezelfde fase die door de span-
ningsingang L1 wordt bewaakt.
Hetzelfde geldt voor de fasen L2
en L3.
Controleer of de transformatoren
2
in de juiste richting wijzen. Neem
het gegevensblad van de transfor-
mator in acht.
23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave