Drukontlastingsprocedure
Volg altijd de Drukontlastingsprocedure als u dit
symbool ziet.
Het systeem blijft onder druk staan totdat deze handmatig wordt
ontlast. Om het risico van ernstig letsel als gevolg van materiaal
onder druk of per ongeluk spuiten van het pistool of spatten van
vloeistof te verminderen, moet u altijd de Drukontlastingsprocedure
volgen wanneer u stopt met spuiten en alvorens de apparatuur te
reinigen, te controleren of een onderhoudsbeurt te geven.
1.
Vergrendel de trekker. Schakel de stroom uit (OFF) en draai de
drukregeling op de laagste drukstand.
2.
Ontgrendel de trekker. Houd het pistool tegen de zijkant van een
geaarde metalen spoelbak. Spuit met het pistool in de bak om de
druk te ontlasten.
Als u vermoedt dat de spuittip of de slang verstopt is of dat de druk
niet volledig is ontlast na het uitvoeren van bovengenoemde stappen,
draai dan HEEL LANGZAAM de klemmoer van de tipbeschermer of
de slangkoppeling iets los om de druk geleidelijk te ontlasten. Draai
hem daarna geheel los. Verwijder de verstopping uit de slang of de tip.
Veiligheidspal pistool
Om letsel te voorkomen wanneer het pistool niet wordt gebruikt, moet
u de trekker altijd op de veiligheidspal zetten als het systeem wordt
uitgezet of onbeheerd wordt achtergelaten.
Trekker vergrendeld
(niet spuiten)
ti6581a
Instellingen
Zorg dat het spuitapparaat is uitgeschakeld, de stekker uit de
stroombron is gehaald en de trekker op de veiligheidspal staat. Zie
de instructiehandleiding van het spuitapparaat voor voorpomp- en
spuitinstructies.
333185C
Trekker ontgrendeld
(spuiten)
ti6582a
Sluit het pistool aan op het spuitapparaat
1.
Bevestig de vloeistofslang op de inlaat-
koppeling (25) op het pistool.
2.
OPMERKING: de eerste keer dat u het
pistool instelt om te spuiten, moet u de
doorzichtige rode luchtslang op de gewenste
lengte knippen. Sluit voor pneumatisch spuiten
de luchttoevoerslang (a) aan op de
luchtinlaatkoppeling van het pistool (17).
3.
Bevestig het andere uiteinde van de lucht- en
vloeistoftoevoerslangen op het spuitapparaat. Draai alle
aansluitingen stevig aan met behulp van twee sleutels (zie
de instructies voor het opstellen van het spuitapparaat in de
bedieningshandleiding van het spuitapparaat.)
De tip (33) en de tipbeschermer (6) op
het pistool installeren
1.
Als de apparatuur recentelijk is gebruikt, ontlast dan eerst
de druk.
2.
Breng de behuizing voor de
zitting (6b) aan in de
tipbeschermer (6).
3.
Breng de SwitchTip (33) in.
4.
Breng de dichting (33b) aan
over de zitting (35a) en steek
hem in de zittingbehuizing
(25). Neem de zwarte
dichting voor materialen op
waterbasis en de oranje voor
materialen op basis van
oplosmiddel en op oliebasis.
5.
Monteer de tipbeschermer
(6) op het uiteinde van het
pistool. Handvast aandraaien.
Als u ziet dat er vloeistof voor uit het pistool lekt, vervang dan de
zitting (33a) en/of draai de beschermermoer weer vast.
Bediening
Opmerking: onderstaande instructies zijn bedoeld voor pistolen die
worden gebruikt met de FinishPro spuitapparaten van Graco. Zie
bedieningshandleiding van het spuitapparaat. Als u een ander
spuitapparaat gebruikt, zie dan de instructiehandleiding van uw
apparatuur.
Als u een FinishPro II 295-spuitapparaat gebruikt, is er
alleen luchtregeling op het pistool. De FinishPro II 395- en
595-spuitapparaten bieden daarnaast ook luchtregeling op
het spuitapparaat.
1.
Ontgrendel de trekker (1a).
Identificatie van de onderdelen
25
ti9444a
17
a
35
6
33a
33
Vlakke tip
33
33b
5