Inhoudsopgave
Advertenties
Overzicht
Belangrijke aanwijzingen
Belangrijke aanwijzingen
De branders EK05B.70 en EK05B.100
G-ZVT zijn berekend voor de
verbranding van aardgas of LPG van
categorie II 2 Ell-3P. De speciale
constructie van de branderkop, met
interne recirculatie van
verbrandingsgassen, maakt - in het
geval van verbranding van aardgas -
een verbranding met uitzonderlijk laag
stikstofoxidegehalte mogelijk. De
constructie en de werking van de
branders is in overeenstemming met
EN676. De montage, het
inbedrijfstelling en het onderhoud
mogen alleen door erkende vaklui
worden uitgevoerd, waarbij de van
kracht zijnde richtlijnen en voorschriften
moeten in acht worden genomen.
Ook bij de montage van gasleidingen
en armaturen moeten de van kracht
zijnde richtlijnen en voorschriften (bvb.
DVGW-TRG, 1988/96, TRF 1988, DIN
4756) in acht worden genomen.
Alleen afdichtingsmaterialen die door
DVGW getest en toegelaten zijn,
mogen worden toegepast. De
lekdichtheid van verbindingen moet
worden getest met schuimende
producten of dergelijke, die geen
corrosie veroorzaken.
Alvorens de installatie in gebruik te
nemen, moet de gasleiding worden
ontlucht. Dat mag in geen geval via de
verbrandingskamer geschieden.
Reparatiewerkzaamheden aan de
regelaars, begrenzers en de
branderautomaat, en aan andere
veiligheidsinrichtingen, mogen alleen
door de fabrikant van de specifieke
apparatuur of door zijn gevolmachtigde
worden uitgevoerd. Alleen een
gespecialiseerde vakman mag originele
onderdelen vervangen.
4
Belangrijkste wetgeving
Voor een veilige, milieuvriendelijke en
energiespaarzame werking moeten
volgende normen in acht worden
genomen:
DIN 4705
Berekenen van de afmetingen van
schoorstenen.
EN 676
Gasbranders met ventilator
EN 226
Aansluiting van branders met
olieverstuiving en gasbranders met
ventilatoren aan warmte producerende
uitrusting.
VDE 0116
Elektrische uitrusting van
verbrandingsapparatuur
EN 60335-1
Veiligheid van elektrische apparaten
voor huishoudelijk gebruik en
soortgelijke doeleinden
VDE 0722
Elektrische uitrusting van niet elektrisch
verwarmde verwarmingsapparaten.
Plaats van opstelling
De brander mag niet in plaatsen met
corrosieve dampen (bijvoorbeeld
haarspray, perchloorethyleen,
tetrachloorethyleen,
tetrachloorkoolstof), sterke stofbelasting
of hoge vochtigheidsgraad (washok
bijvoorbeeld) worden opgesteld.
Er moet een opening voor de
luchttoevoer zijn met een oppervlakte
van
tot 50 kW : 150cm²
–
voor iedere kW daarboven: +2cm²
–
Het is mogelijk dat de gemeentelijke
voorschriften anders vereisen dan de
hier gegeven waarden.
0207 / 13 008 573A
Voor schade die aan volgende
oorzaken te wijten is, nemen we
geen verantwoordelijkheid op:
onjuist gebruik.
–
foutieve montage of reparatie door
–
de koper of door derden, of
inbouwen van onderdelen van een
andere fabrikant.
werking van het apparaat bij te
–
hoge druk.
Oplevering en
bedieningshandleiding
De installateur van de
verbrandingsinstallatie moet, ten
laatste bij de oplevering, een
bediening- en onderhoudshandleiding
aan de gebruiker van de installatie
overhandigen. Die moet in de ruimte
waar de warmte producerende eenheid
is opgesteld, op een goed zichtbaar
punt worden opgehangen. Het adres
en telefoonnummer van de meest
nabije service-dienst moet daarop
worden ingevuld.
Aanwijzingen voor de gebruiker
De installatie moet ten minste een keer
per jaar door een gespecialiseerd
vakman worden geïnspecteerd. Om te
garanderen dat die regelmatig wordt
uitgevoerd, verdient het aanbeveling
een onderhoudscontract af te sluiten.
Advertenties
Inhoudsopgave
