Problemen oplossen
Onnauwkeurige bloeddrukmeetwaarden
Mogelijke oorzaak
Onjuiste manchetmaat
Armpositie van patiënt
Beweging van de arm tijdens bloeddrukmeting
Bloeddrukmeting door kleding heen
Aritmie
Verschil in bloeddruk tussen auscultatorische meting en
meting met ProBP 3400
Onjuiste referentie
Corrigerende maatregel en verklaring
Gebruik uitsluitend door Welch Allyn goedgekeurde
manchetten.
Meet de armomtrek van de patiënt midden tussen de
elleboog en de schouder (zie 'Selectie bloeddrukmanchet'
voor de juiste manchetmaat).
Zorg dat de arm van de patiënt zich ter hoogte van het hart
bevindt.
Houd de arm stil tijdens bloeddrukmeting.
Beweging kan onnauwkeurige metingen veroorzaken.
Meet de bloeddruk aan een blote arm.
Controleer op een regelmatige hartslag (puls palperen of
apparaat controleren).
Gemiddelde tot ernstige onregelmatigheden in de hartslag
kunnen een nauwkeurige meting van de bloeddruk
bemoeilijken.
Controleer de bloeddruk onmiddellijk voorafgaand aan
metingen met de ProBP 3400.
De bloeddruk is dynamisch en verandert voortdurend. Een
fluctuatie van de bloeddruk van 5 tot 10 mmHg is normaal.
Gebruik de juiste Korotkoff-toon om de diastolische
bloeddruk te bepalen.
•
Veel gebruikers stellen de diastolische bloeddruk
uitsluitend gelijk aan het verdwijnen van de toon (fase
5). De ProBP 3400 is ontwikkeld op basis van
aanbevelingen van de American Heart Association,
waarin wordt gesteld dat fase 5 dient te worden
gebruikt, tenzij de toon voortduurt tot 0 mmHg. In dat
geval dient de verandering in de geluidskwaliteit (fase
4) te worden gebruikt.
De manchet mag niet sneller dan 3 mmHg per seconde
leeglopen.
67