Procedure bloeddrukmeting
Bloeddrukmeting
De geprefereerde locatie voor bloeddrukmetingen bij volwassenen en kinderen is de
bovenarm. Zorg dat de arm van de patiënt ontspannen is en niet beweegt tijdens de
meting(en). De patiënt moet voorafgaand aan de bloeddrukmeting 5 minuten ontspannen
zitten. De patiënt moet daarnaast comfortabel zitten, met de benen niet gekruist, de
voeten plat op de vloer en de rug en de arm moet worden ondersteund. Het midden van
de manchet moet zich ter hoogte van het hart bevinden. De patiënt mag tijdens de
meting niet praten.
WAARSCHUWING Risico op letsel bij de patiënt en onnauwkeurige
meting. Plaats de manchet niet op een plek waar deze een goede
bloedcirculatie kan belemmeren. Plaats de manchet niet op een plek waar
de bloedcirculatie wordt belemmerd of om ledematen die worden gebruikt
voor intraveneuze infusie.
WAARSCHUWING Risico op letsel bij de patiënt. De bloeddrukmanchet
moet correct worden geplaatst om de nauwkeurigheid van de bloeddruk en
de veiligheid van de patiënt te waarborgen. Als de manchet te los is
omwikkeld (waardoor deze niet goed kan worden gevuld), kan dit leiden tot
onnauwkeurige NIBP-metingen.
WAARSCHUWING Risico op letsel bij de patiënt. Zorg dat een
bloeddrukmanchet die boven 15 mmHg is gevuld niet langer dan drie
minuten bij een patiënt is bevestigd. Een te strakke manchet kan leiden tot
adercongestie, letsel aan perifere zenuwen, verkleuring van het ledemaat
en onrust bij de patiënt.
WAARSCHUWING Risico op letsel bij de patiënt. De ProBP 3400 is niet
bestemd voor het bloeddrukmetingen bij neonatale patiënten. De AAMI
SP10:2002-standaard definieert pasgeborenen als kinderen van maximaal
28 dagen oud als ze voldragen zijn (bij een zwangerschap van 37 weken of
meer); anders tot 44 weken zwangerschap.
WAARSCHUWING Risico op letsel bij de patiënt. Dit apparaat is niet
bedoeld voor gebruik bij pasgeborenen, zuigelingen of kinderen die jonger
zijn dan drie jaar. De effectiviteit van dit apparaat is niet vastgesteld bij
zwangere vrouwen of patiënten met pre-eclampsie.
37