15
Reinig het oppervlak van het stofvrije glasplaatje met een droog wattenstaafje.
Gebruik geen vluchtige middelen zoals verdunner of benzine om het stofvrije plaatje te reinigen.
Dit kan de afdrukkwaliteit negatief beïnvloeden.
16
Sluit het stofvrije glasplaatje.
17
Plaats alle tonercartridges en de cassette met OPC-riem weer in de printer.
18
Sluit de voorklep en de bovenklep.
19
Steek de stekker in het stopcontact en zet de printer weer aan.
Gebruik geen vluchtige middelen zoals verdunner of benzine om het stofvrije plaatje te reinigen.
Dit kan de afdrukkwaliteit negatief beïnvloeden.
Afbeelding 5-47
ROUTINEONDERHOUD 5 - 27