Opties selecteren voor een specifieke taak (Windows)
Als u voor een bepaalde taak speciale afdrukopties wilt gebruiken, moet u de instellingen van
het stuurprogramma wijzigen voordat u de taak naar de printer verzendt. Als u bijvoorbeeld
een bepaalde afbeelding wilt afdrukken in de afdrukkwaliteitmodus Verbeterd, moet u deze
instelling in het stuurprogramma selecteren voordat u de taak afdrukt.
1.
Open het document of de afbeelding van uw keuze in de toepassing die u gebruikt en open
het dialoogvenster Afdrukken.
2.
Selecteer de Phaser 6130-printer en klik op de knop Eigenschappen om het
dialoogvenster voor het printerstuurprogramma te openen.
3.
Selecteer de gewenste opties op de tabbladen van het stuurprogramma. Raadpleeg de
onderstaande tabel voor specifieke afdrukopties.
Opmerking:
In het PCL-stuurprogramma voor Windows 2000, Windows XP,
Windows Server 2003 en Windows Vista kunt u de huidige afdrukopties opslaan met een
unieke naam en deze ook toepassen bij andere taken. Klik onder aan het tabblad op
Opgeslagen instellingen. Klik op Help voor meer informatie.
4.
Klik op OK om uw selecties op te slaan.
5.
Druk de taak af.
Phaser® 6130 Printer
4-15
Afdrukopties selecteren