5 Instellen van het videosignaal
De standaardinstelling voor het videosysteem
is "Auto"; het is echter mogelijk dat u geen
duidelijk beeld kunt ontvangen van de
aangesloten audiovisuele apparatuur omwille
van verschillen in het signaal. In dat geval
wijzigt u het videosignaal.
Beschikbare instellingen
Auto
PAL
SECAM
*NTSC4.43
NTSC3.58
PAL-M
PAL-N
PAL-60
* Bij weergave van NTSC-signalen met PAL-
videoapparatuur.
Opmerking
•
Het videosignaal kan alleen in de VIDEO of S-
VIDEO functie worden ingesteld.
•
Wanneer "Auto" is ingesteld voor het
"Videosysteem", is het mogelijk dat u geen
duidelijk beeld kunt ontvangen vanwege
verschillen in het signaal. In dat geval dient u
handmatig over te schakelen naar het
videosysteem van het bronsignaal.
6 Video-instelling
Beschikbare
instellingen
0 IRE
Stelt het zwartniveau in op 0 IRE.
7.5 IRE
Stelt het zwartniveau in op 7.5 IRE.
Opmerking
•
Deze functie is beschikbaar voor de volgende
signalen.
Met COMPUTER/COMPONENT 1 of 2 invoer:
- 480I
Met S-VIDEO of VIDEO invoer:
- NTSC3.58
Beschrijving
Menubediening n Blz.
7 Het dynamische bereik
selecteren
Een optimale afbeelding kan wellicht niet
worden weergegeven als een outputsignaal
van een apparaat dat compatibel is met HDMI,
niet overeenstemt met de inputsignaalsoort
van de projector. Mocht dit voorvallen,
schakel dan om naar "Dynamisch bereik".
Beschikbare
instellingen
Auto
Wanneer de zwartniveaus banden
vertonen of zwakker lijken, selecteer
Standaard
dan het item dat de beste
afbeeldingskwaliteit oplevert. (Onder
Verbeterd
de meeste omstandigheden moet
"Standaard" worden geselecteerd.)
Opmerking
•
Het Dynamisch bereik kan alleen worden
geselecteerd wanneer de "HDMI"
ingangsmodus is geselecteerd.
8 Controleren van het
ingangssignaal
Deze functie stelt u in staat om de informatie
betreffende het huidige ingangssignaal te
controleren.
46
Beschrijving
53