Bedieningshandleiding
Bedieningselementen
Platformbedieningspaneel
1
Rode noodstopknop
Druk de rode noodstopknop in naar de stand 'uit'
om alle functies stop te zetten. Trek de rode
noodstopknop uit naar de stand 'aan' om de
machine te bedienen.
2
Heffunctieknop
Druk op deze knop om de heffunctie
te activeren.
3
Claxonknop
Druk op de claxonknop om de
claxon te laten klinken. Laat de
claxonknop los om de claxon te
stoppen.
4
Rijsnelheidkeuzeknop
Druk op deze knop om langzaam
rijden te activeren. Het
indicatielampje brandt als langzaam
rijden is geselecteerd.
5
Proportionele joystick en functieschakelaar voor
rij-, stuur- en heffuncties
20
Heffunctie: Druk de functieschakelaar in en houd
deze ingedrukt om de heffunctie op de
platformjoystick in te schakelen. Verplaats de
joystick in de richting die wordt aangegeven door
de blauwe pijl om het platform omhoog te
brengen. Verplaats de joystick in de richting die
wordt aangegeven door de gele pijl om het
platform neer te laten. Het daalalarm dient te
klinken terwijl het platform omlaaggaat.
Rijfunctie: Druk de functieschakelaar in en houd
deze ingedrukt om de rijfunctie op de
platformjoystick in te schakelen. Verplaats de
joystick in de richting die wordt aangegeven door
de blauwe pijl op het bedieningspaneel en de
machine gaat rijden in de richting die wordt
aangegeven door de blauwe pijl. Verplaats de
joystick in de richting die wordt aangegeven door
de gele pijl op het bedieningspaneel en de
machine gaat rijden in de richting die wordt
aangegeven door de gele pijl.
GR
™
-12 • GR
™
-15 • GR
™
Zevende uitgave • Tweede druk
-20
Onderdeelnr. 1297725DUGT