4.7 Responstijd aanpassen
Indien nodig is het mogelijk de responstijd aan te passen, door tijdens inschakeling van het apparaat
de
toets ingedrukt te houden, tot op het display de actuele responstijd verschijnt („Πb0" ~
„Πb6").Πb0 Is de langzaamste, Πb6 de snelste. Bevestigen van de ingestelde waarde doet u met
4.8 Deling aanpassen
Houd de
toets ingedrukt, tijdens inschakeling van het apparaat, tot op het display de actuele
deling verschijnt. Druk nu op de
Bevestigen van de ingestelde waarde doet u met
4.9 Achtergrondverlichting aanpassen
Houd de
toets ingedrukt, tijdens inschakeling van het apparaat, tot de weegschaal de zelftest
heeft beëindigd. Op het display verschijnt nu de actuele instelling:
"AUTO"- Achtergrondverlichting wordt automatisch in-/uitgeschakeld.
"ON"- Achtergrondverlichting is altijd aan.
"OFF"- Achtergrondverlichting is altijd uit.
Druk nu op de
toets, om de gewenste modus te selecteren.
Bevestigen van de ingestelde modus doet u met
4.10 Data-output (RS-232) aanpassen
Houd de
toets ingedrukt, tijdens inschakeling van het apparaat, tot de weegschaal de zelftest
heeft beëindigd. Op het display verschijnt nu de actuele instelling van de baudrate. Met behulp van
de
toets kunt u kiezen uit 2400, 4800 of 9600.
Bevestigen van de ingestelde waarde doet u met
„ST" (stable) Zorgt ervoor dat een waarde alleen verstuurd wordt wanneer deze stabiel is.
„Co" (continue) Zorgt ervoor dat waarden continu verstuurd worden via de interface.
Bevestigen van de ingestelde modus doet u met
GEBRUIKSAANWIJZING PCE-PCS Serie
toets, om de waarde in te stellen.
.
.
. Aansluitend kunt u nog kiezen uit „ST" en „Co".
.
6
.