Werken met foto's
•
Controleer of de printerinstellingen geschikt zijn voor de foto's die u wilt afdrukken. Zie voor informatie over het
instellen van de printer voor het afdrukken van foto's "Menu Fotokaart gebruiken" op pagina 22.
•
De volgende instellingen worden hersteld naar de standaardfabrieksinstellingen wanneer een geheugenkaart
of flashstation wordt verwijderd: Foto-effecten, Indeling, Papierformaat, Papiersoort, Fotoformaat en Kwaliteit.
•
Gebruik voor optimale resultaten Lexmark premiumfotopapier of Lexmark fotopapier.
•
Raak de afdrukzijde van de foto's niet aan om vlekken te voorkomen. Voor de beste resultaten verwijdert u elk
afgedrukt vel meteen uit de papieruitvoerlade en laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op
elkaar stapelt, laat zien of opbergt.
Foto's ophalen en beheren
Geheugenkaart in de printer plaatsen
1
Plaats een geheugenkaart in de printer.
•
Plaats de kaart met het naamlabel naar links.
•
Als de kaart gemarkeerd is met een pijl, zorgt u dat de pijl naar de printer is gericht.
•
Plaats de kaart in de bijbehorende adapter voordat u deze in de sleuf plaatst.
Sleuven Geheugenkaart
1
•
xD Picture-kaart
•
Secure Digital
•
Mini Secure Digital (met adapter)
•
Micro Secure Digital (met adapter)
•
MultiMedia-kaart
•
RS-MMC-kaart (met adapter)
•
Memory Stick
•
Memory Stick PRO
•
Memory Stick Duo (met adapter) of Memory Stick PRO Duo (met adapter)
2
•
CompactFlash Type I en Type II
•
Microdrive
•
MultiMedia Card Mobile (with adapter)
•
SDHC-kaart (met adapter)
2
Wacht tot het lampje boven de geheugensleuven op de printer gaat branden. Het lampje knippert om aan te
geven dat de geheugenkaart wordt gelezen of dat gegevens worden verzonden of ontvangen.
Waarschuwing: Raak de kabels, netwerkadapter, geheugenkaart of het aangegeven gedeelte van de printer
niet aan terwijl er wordt afgedrukt vanaf, gelezen van of geschreven naar een geheugenkaart. Er kunnen
1
2
47