D
Geheugenkaarten
• Geheugenkaarten kunnen na gebruik zeer warm zijn. Ga daarom
voorzichtig te werk bij het verwijderen van geheugenkaarten uit de
camera.
• Schakel de camera uit voordat geheugenkaarten worden geplaatst of
verwijderd. Verwijder geen geheugenkaarten uit de camera, zet de
camera niet uit en verwijder de accu niet tijdens het formatteren of op het
moment dat gegevens worden opgeslagen, gewist of naar een computer
of ander apparaat worden gekopieerd. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregelen kan gegevensverlies of beschadiging van de
camera of de kaart tot gevolg hebben.
• Raak de contacten van de kaart niet aan met uw vingers of metalen
voorwerpen.
• Oefen geen druk uit op de behuizing van de kaart. Het niet in acht nemen
van deze voorzorgsmaatregel kan beschadiging van de kaart tot gevolg
hebben.
• U mag kaarten niet buigen, laten vallen of blootstellen aan hevige
schokken.
• Stel niet bloot aan water, warmte, hoge vochtigheidswaarden of direct
zonlicht.
• Formatteer geheugenkaarten niet in een computer.
D
Geen geheugenkaart
Als er geen geheugenkaart is geplaatst, verschijnt de aanduiding "geen
geheugenkaart" en [–E–] in de opnameweergave.
A
De beveiligingsschakelaar
SD-geheugenkaarten zijn uitgerust
met een beveiligingsschakelaar om te
voorkomen dat gegevens per
ongeluk verloren gaan. Wanneer
deze schakelaar in de "vergrendel"-
stand staat, kan de geheugenkaart
niet worden geformatteerd en kunnen foto's niet worden gewist of
opgeslagen (er wordt een waarschuwing op de monitor weergegeven als u
probeert de sluiter te ontspannen). Om de geheugenkaart te ontgrendelen,
schuift u de schakelaar naar de "schrijf"-positie.
14 Eerste stappen
Beveiligingsschakelaar