Inhoudsopgave
Advertenties
NL
2. BEDIENINGSHANDLEIDING
2.1. Bediening van de unit via een bedieningspaneel
De luchtbehandelingsunit kan worden bediend met een van beide volgende panelen (afb. 2.1).
C6.1 – paneel met aanraakscherm voor het instellen van parameters van de luchtbehandelingsunit en voor
indicatie. Het paneel heeft een geïntegreerde thermometer en hygrometer voor bewaking van het bin-
nenklimaat.
C6.2 – paneel met drukgevoelige knoppen bedoeld voor het instellen van de belangrijkste parameters van de
luchtbehandelingsunit.
2.2. Bediening van de unit via webbrowser
Het bewaken van de werking, het wijzigen van de instellingen en het inschakelen van aanvullende functies van
de unit en de onderdelen daarvan kan niet alleen via een bedieningspaneel worden uitgevoerd, maar ook via
een computer. Daartoe moet de unit via een afzonderlijke netwerkkabel op een computer, een lokaal netwerk
of het internet worden aangesloten.
Procedure voor rechtstreekse aansluiting op een computer:
1. Steek het ene eind van een netwerkkabel in de netwerkpoort op de controller (zie afb. 1.3 a.) en het andere
eind in de poort op de computer.
2. Voer op de computer in het veld voor handmatige instelling van de netwerkkaart het IP-adres, bijv.
192.168.0.200, en subnetmasker 255.255.0.0 in.
3. Open de webbrowser en schakel in de instellingen het gebruik van alle proxyservers uit.
4. Typ in de adresbalk van de browser het standaard IP-adres van de luchtbehandelingsunit, 192.168.0.06 (dit
kan later in het menu Advanced Settings (Geavanceerde instellingen) altijd worden gewijzigd), waardoor de
webbrowser verbinding maakt met de unit (zie de instellingen voor het aanmeldscherm).
6
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
C6.1
Afb. 2.1. Aanbod aan bedieningspanelen
C6.2
C6-18-04
Advertenties
Inhoudsopgave
