Inhoudsopgave
Advertenties
NL
2.5.2. ECO
Een energiebesparende modus die het stroomverbruik van de luchtbehandelingsunit tot een minimum beperkt.
Voor meer informatie, zie paragraaf 2.4.4.
2.5.3. Modus AUTO
Modus AUTO is een automatische bedrijfsmodus voor werking van de unit waarbij de ventilatie-intensiteit wordt
aangepast op basis van de geselecteerde (vooringestelde) weekplanning voor werking. Voor meer informatie,
zie paragraaf 2.4.6.2. Als u luchtkwaliteitssensoren aansluit op de unit en vervolgens op AUTO drukt, wordt
de ventilatie-intensiteit aangepast op basis van de huidige luchtvervuiling in de ruimte (zie paragraaf 2.4.6.3.).
2.5.4. Waarschuwingsindicator
De indicator geeft aan dat er vervuilde luchtfilters of storingen in de ventilatie-eenheid zijn.
2.5.5. Resetknop
Druk na het verhelpen van de storing of het vervangen van de luchtfilters gedurende 5 seconden op de reset-
knop om de storingsmelding te verwijderen. Als het niet lukt de storingsmelding te verwijderen en de unit niet
werkt, volgt u de instructies in de tabellen voor probleemoplossing in hoofdstuk 2.6.
2.5.6. Aan/uit-knop voor unit
Door op de aan/uit-knop te drukken wordt de luchtbehandelingsunit uitgeschakeld. Om de unit weer in te scha-
kelen, drukt u op dezelfde aan/uit-knop of selecteert u rechtstreeks een van de modi.
2.5.7. Toetsenvergrendeling
Door tegelijkertijd gedurende 5 seconden op
Om de toetsen weer te activeren, voert u dezelfde handeling uit.
2.5.8. Geluidssignaal alarmmelding op het bedieningspaneel in-/uitschakelen
Wanneer het alarm verschijnt, hoort u een pieptoon op het bedieningspaneel. Het geluid kan tijdelijk worden
uitgeschakeld door op de resetknop te drukken of alarmberichten te wissen.
Om de alarmmelding permanent uit te schakelen:
•
Houd gedurende 5 seconden de AAN / UIT-knop ingedrukt. totdat een korte pieptoon klinkt en het rode
indicatielampje knippert.
•
Als het bedieningspaneel begint te piepen en de indicator van de resetknop rood oplicht - kan de alarm-
melding worden uitgeschakeld door eenmaal op de resetknop te drukken.
•
Als het bedieningspaneel niet piept en de indicator van de resetknop niet brandt, kan het alarmbericht
worden ingeschakeld door eenmaal op de resetknop te drukken.
•
Houd de AAN / UIT-knop gedurende 5 seconden ingedrukt om de wijzigingen op te slaan. totdat een korte
piep hoorbaar is. Om af te sluiten zonder wijzigingen op te slaan, drukt u eenmaal op de AAN / UIT-knop.
2.6. Problemen oplossen
Wanneer de unit niet werkt:
•
Controleer of de unit is aangesloten op het elektriciteitsnet.
•
Controleer alle automatische zekeringen. Vervang doorgebrande zekeringen door nieuwe zekeringen met
dezelfde elektrische specificaties (de typen van de zekeringen worden vermeld in het hoofdbedradings-
schema).
•
Controleer of er geen storingsmelding of indicatie op het bedieningspaneel is. Wanneer er een storing is,
moet u die eerst verhelpen. Om storingen op te lossen, volgt u de instructies in de tabellen voor het oplos-
sen van problemen.
•
Als er op het bedieningspaneel geen storing wordt gemeld, controleert u de kabel tussen het bedienings-
paneel en de unit.
18
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
te drukken, worden alle toetsen vergrendeld en inactief.
C6-18-04
Advertenties
Inhoudsopgave
