Inhoudsopgave
Advertenties
de serie 21000 worden gemonteerd met een handbediende
smoorklep in de bypass-leiding (Raadpleeg Afbeelding 2).
4.3 Stromingsrichting
De klep moet zodanig worden geïnstalleerd dat de procesvloeistof
door de klep stroomt in de richting die wordt aangegeven door
de stromingspijl op het kleplichaam.
•
Met geprofileerde plug (21100/21600) of Lo-dB-plug
(21700/21900): 'flow-to-open'
•
Op anticavitatiemodel (21700/21800): 'flow-to-close'
4.4 Warmte-isolatie
WAARSCHUWING
Bij een warmtegeïsoleerde installatie: isoleer de sluitkap van
de klep niet. Neem de nodige beschermende maatregelen met
betrekking tot persoonlijke veiligheid.
Gelaste verbindingen
VOORZICHTIG
Controleer de informatie in dit hoofdstuk zorgvul-
dig voordat u de kleppen inline gaat lassen. Verwijs
eventuele aanvullende vragen naar het plaatselijke
verkoopkantoor of servicecentrum van Baker Hughes.
VOORZICHTIG
Voorbereiding van de las
Volg
voordat
u
lasprocessen
installatiestappen die zijn gedefinieerd in de bovenstaande
hoofdstukken.
Lasproces
WAARSCHUWING
Voer
het
lasproces
uit
standaardvereisten voor de materialen en lasconstructie van de
specifieke klep. Breng zo nodig een warmtebehandeling na het
lassen aan.
VOORZICHTIG
Interne kleponderdelen moeten worden verwijderd
voordat las- of pre/post-laswarmtebehandeling
wordt uitgevoerd, om beschadiging van zachte
goederen (zoals PTFE-afdichtingen) te voorkomen.
Als de elastomere componenten niet kunnen worden
VOORZICHTIG
verwijderd, moeten andere methoden worden gebruikt
om te voorkomen dat de lokale temperatuur rond
de afdichtingen de maximale materiaallimieten
overschrijdt (meestal 450°F / 232°C voor op PTFE-
gebaseerde materialen).
Reiniging en montage na het lassen
Inspecteer
het
kleplichaam,
bekledingsonderdelen op reinheid en oppervlaktegesteldheid.
Verwijder alle vreemde materialen, zoals lasspanen, slakken of
aanslag. Zorg ervoor dat er geen inkepingen, krassen, bramen
of scherpe hoeken op afdichtings- en schuifoppervlakken
zitten. Reinig alle oppervlakken van de pakkinginterface en
monteer ze opnieuw met behulp van nieuwe pakkingen om de
afdichtingsintegriteit te garanderen.
5. Luchtleidingen
De actuators zijn ontworpen voor aansluiting van 1/4" NPT-
luchttoevoerleidingen. Gebruik leidingen met een buitendiameter
van 1/4" (4 x 6 mm) of gelijkwaardige leidingen voor alle
luchtlijnen. Als de luchttoevoerlijn langer is dan 25 voet (7
meter) of als de klep is voorzien van volumeboosters, hebben
Auteursrecht 2020 Baker Hughes Company. Alle rechten voorbehouden.
uitvoert
zorgvuldig
in
overeenstemming
met
GEVAAR
de
sluitkap
en
GEVAAR
leidingen van 3/8" (6 x 8 mm) de voorkeur. Alle aansluitingen
moeten lekvrij zijn.
VOORZICHTIG
Overschrijd de voedingsdruk die vermeld staat op het
typeplaatje op het juk van de actuator niet.
6. Demontage kleplichaam
De toegang tot de interne onderdelen van het kleplichaam moet
worden bereikt wanneer de aandrijving is verwijderd. Raadpleeg
de instructie Ref. 19530 voor actuators met meerdere veren
van het type 87/88 om de actuator van het kleplichaam te
verwijderen.
VOORZICHTIG
Isoleer de klep voordat u er onderhoud op verricht en
laat de procesdruk af. Sluit de luchttoevoerlijn af en
schakel de pneumatische of elektrische signaallijn uit.
6.1 Inwendige klepdelen met
schroefdraad (Afbeelding 12 of 14)
Demonteer het kleplichaam, nadat de actuator verwijderd is,
de
met de volgende procedure:
A. Als er een lekdetectoraansluiting is op de zijdelingse NPT-
poort van de sluitkap, maak deze leiding dan eveneens los.
B. Verwijder de moeren (10) van de bouten van het
de
kleplichaam.
C. Verwijder de sluitkap (8) en het subsamenstel van plugsteel
(1) en plug (16) samen als één eenheid.
Opmerking: Spiraalgewikkelde pakkingen van het
kleplichaam (11) zijn standaard in het ontwerp van de
serie 21000, en het is verplicht om telkens wanneer
de klep wordt gedemonteerd een nieuwe pakking te
installeren.
D. Verwijder de moeren van de pakkingflensbouten (3), de
pakkingflens (4) en de pakkingduwer (5).
E. Verwijder het subsamenstel van plug (16) en plugsteel (1)
uit de sluitkap (8).
VOORZICHTIG
Er moet zorgvuldig worden gewerkt, om schade aan de
plug en de pluggeleider te voorkomen.
F.
Verwijder de oude pakking (6) [en de optionele lantaarnring
(7) als er een lekdetectieaansluiting is gemonteerd].
de
Raadpleeg Afbeelding 5.
G. Sluitkap (8), plug (16), bus (12) en zittingring (14) kunnen
nu worden geïnspecteerd op slijtage en beschadiging door
gebruik. Stel vast welk onderhoud nodig is, en ga naar het
desbetreffende hoofdstuk van deze gebruiksaanwijzing.
6.2 Snelwisselbare inwendige
klepdelen (Afbeelding 13 of 15)
Demonteer het kleplichaam, nadat de actuator verwijderd is,
met de volgende procedure:
A.
Als er een lekdetectoraansluiting is op de zijdelingse NPT-
poort van de sluitkap, maak deze leiding dan eveneens los.
B.
Verwijder de moeren (10) van de bouten van het
Gebruiksaanwijzing Masoneilan serie 21000 Bovengeleide bolklep | 3
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
GEVAAR
GEVAAR
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
GEVAAR
Advertenties
Inhoudsopgave
