BELANGRIJKE AANWIJZINGEN VOOR HET METEN!
Waarschuwing voor elektrische spanning
Er bestaat gevaar voor een elektrische schok bij
ondeskundig gebruik van het meetapparaat!
Volg vóór elke spanningsmeting de volgende aanwijzingen op:
• Leg tussen de aansluitingen resp. tussen de aansluitingen
en aarde nooit een spanning aan die hoger is dan de
opgegeven netspanning van het meetapparaat (zie opdruk
op de behuizing).
• Controleer de meetsstiften op beschadigde isolatie en
doorgang. Vervang beschadigde meetstiften.
• Controleer de isolatie van de aansluitbussen van het
meetapparaat.
• Contoleer voor het gebruik de werking van het
meetapparaat, door een meting bij een bekende spanning
uit te voeren.
• Sluit als eerste de aan massa liggende meetstift aan en
pas daarna de stroomvoerende meetstift. Ga bij het
verwijderen van de meetstiften in omgekeerde volgorde te
werk, d.w.z. dat u eerst de stroomvoerende meetstift
verwijdert.
• Controleer voor elke spanningsmeting of het meetapparaat
zich niet in het stroommeetbereik bevindt.
• Toont het apparaat direct na het aansluiten op het
meetobject een meetbereikoverschrijding (OL), schakel
dan eerst de stroomkring op het meetobject uit en
verwijder daarna meteen de meetstiften van het
meetobject.
• Schakel tijdens de meting binnen de meetkring geen
motoren in of uit. Door in- en uitschakelprocedures
ontstane spanningspieken kunnen het meetapparaat
beschadigen.
NL
Handmatige bereikkeuze
Het apparaat heeft een auto-range-functie, d.w.z. dat de
weergave van de meetwaarde wordt aangepast aan de gemeten
waarde.
Met de toets RANGE (14) kunt u de weergave van de
meetwaarde wijzigen door het aantal cijfers na de komma te
wijzigen. Druk daarvoor net zolang op de toets RANGE tot de
meetwaarde in het gewenste formaat wordt weergegeven.
Druk ca. 2 seconden op de toets RANGE om van de handmatige
bereikkeuze naar de auto-range-functie terug te keren.
Gelijkspanning meten
1. Schakel de draaischakelaar naar de positie
2. Steek de stekker van de zwarte meetstift in de
meetbus COM en de stekker van de rode meetstift in de
meetbus V/Ω.
3. Verbind beide meetstiften met de juiste polen met het
meetobject (zwart aan min, rood aan plus).
ð Bij een negatieve ingangsspanning verschijnt op het
display een min (-) voor de meetwaarde.
ð De meetwaarde wordt op het display weergegeven.
4. Verschijnt er bij handmatige bereikkeuze een OL-indicatie
(meetbereikoverschrijding), schakel dan meteen naar het
eerstvolgende hogere bereik (toets RANGE). Als de
OL-indicatie verschijnt terwijl het hoogste bereik is
ingesteld resp. automatische meetbereikkeuze is
geselecteerd, schakel dan meteen de spanning op het
meetobject uit en scheid het meetapparaat van het
meetobject.
ð De meetwaarde wordt op het display weergegeven.
digitale multimeter BE49
.
9