Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Trotec BE42 Gebruiksaanwijzing pagina 9

Stroomtang
Inhoudsopgave

Advertenties

Meetbereik instellen
Na het inschakelen werkt het apparaat in de automatische
meetbereik-modus. Hierbij wordt automatisch het beste
meetbereik voor de uitgevoerde meting geselecteerd. Ga als
volgt te werk voor het handmatig aanpassen van het
meetbereik:
1. Druk op de toets RANGE (41).
ð Het symbool voor de automatische
meetbereikdetectie (31) gaat uit.
ð Op de meetwaardeweergave (29) wordt het actuele
meetbereik weergegeven.
2. Druk meerdere keren op de toets RANGE (41), voor het
selecteren van het meetbereik.
3. Druk lang op de toets RANGE (41) lang, voor het
deactiveren van de handmatige meetbereikkeuze en terug
te gaan naar de automatische meetbereikdetectie.
Contactloze spanningsdetectie
Info
De gegevens in de technische gegevens aanhouden.
Ook als het apparaat niet reageert kan een spanning
aanwezig zijn, bijvoorbeeld als deze buiten het
meetbereik van het apparaat ligt.
Info
De geleiders in elektrische kabels zijn vaak verdraaid.
Voor een optimaal resultaat de NCV-sensor over de
kabel bewegen, om deze zo dicht mogelijk bij de
spanningvoerende geleider te positioneren.
Info
Statistische elektriciteit of andere stroombronnen
kunnen het apparaat verkeerd laten aanspreken. Dit is
een bekend verschijnsel.
U kunt met het apparaat contactloos detecteren of er sprake is
van een wisselspanning.
Ga hierbij als volgt te werk:
1. De draaischakelaar (4) naar de stand wisselspanning (33)
draaien.
2. Beweeg het apparaat met NCV-sensor (17) de richting van
het te onderzoeken object.
ð Herkent het apparaat een elektrisch veld in verband met
een wisselspanning, gaat de LED van de
NCV-detectie (16) branden. Hoe dichter het apparaat
zich bij de spanningsbron bevindt, resp. hoe sterker
deze is, des te hoger is de knipperfrequentie, evenals de
helderheid van de LED.
NL
Metingen met de meetsnoeren
Waarschuwing voor elektrische spanning
Er bestaat gevaar voor een elektrische schok en
letselgevaar!
Zorg dat de stroom van het stroomcircuit is
uitgeschakeld en alle condensatoren volledig zijn
ontladen.
• Bij de meting de nominale spanning van het apparaat
volgens de technische gegevens aanhouden.
• Onderzoek voor elke meting de meetsnoeren op
beschadigde isolatie.
• Zorg bij het vasthouden van de meetsnoeren dat u ze altijd
alleen voor de aanrakingsbescherming (2) vastpakt:
Spanningsmeting
Ga als volgt te werk voor meten van de spanning bij
gelijkstroom (DC):
1. Het zwarte meetsnoer (12) op de aansluiting COM (13) en
het rode meetsnoer (11) op de aansluiting input (7)
aansluiten.
2. De draaischakelaar (4) naar de stand (34) draaien.
ð Op het display verschijnt het symbool voor gelijkstroom
bij de indicatie wisselstroom/gelijkstroom (30).
3. Druk meerdere keren op de toets RANGE (41), voor het
selecteren van het gewenste meetbereik.
ð De resolutie van de meetwaardeweergave (29) wijzig
overeenkomstig.
4. De gewenste meetpunten van het stroomcircuit met het
correcte potentiaal met de meetpennen (10) van de
meetsnoeren aanraken.
ð De meetwaarde wordt op de meetwaardeweergave (29)
weergegeven.
Voorbeeld:
stroomtang BE42
9 V
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave