Metingen met de klem
Waarschuwing voor elektrische spanning
Er bestaat gevaar voor een elektrische schok en
letselgevaar!
• De meetsnoeren loskoppelen van het apparaat.
• Zorg bij het vasthouden van de stroomtang dat u deze
altijd alleen voor de aanrakingsbescherming (2) vastpakt:
• Bij het meten de te onderzoeken geleider centreren in de
meettangklem.
Info
Meet altijd slechts één leiding, voor het bereiken van
een eenduidig meetresultaat.
Meting stroomsterkte
Ga als volgt te werk voor het meten van de stroomsterkte bij
wisselstroom (AC):
1. Draai de draaischakelaar (4), afhankelijk van het gewenste
meetbereik naar:
- Stand (36) voor de stroomsterkte 2 A,
- Stand(37) voor stroomsterkte 20 A,
- Stand (38) voor stroomsterkte 200 A of
- Stand (39) voor stroomsterkte 400 A.
Weet u het meetbereik niet, selecteer dan de hoogste
stroomsterkte (stand (39) stroomsterkte 400 A) en schakel
daarna indien nodig naar een lager meetbereik.
NL
2. Druk op de hendel (3) voor het openen van de klem (1) en
de te meten geleider gecentreerd in de klem invoeren.
3. Bij het centreren van de geleider letten op de klembek-
uitlijningsmarkeringen op de klem (1).
ð De meetwaarde wordt op de meetwaardeweergave (29)
weergegeven.
Overige functies
Meetwaarde op het display bevriezen
Met de hold-functie kunt u het actuele meetresultaat op de
meetwaardeweergave (29) bevriezen. Ga hierbij als volgt te
werk:
1. Een meting uitvoeren.
2. Druk op de toets HOLD (14).
ð Er klinkt een akoestisch signaal.
ð Het actuele meetresultaat wordt bevroren op de
meetwaardeweergave (29).
ð Op het display verschijnt het symbool voor de hold-
functie (22).
3. Druk opnieuw op de toets HOLD (14), voor het deactiveren
van de hold-functie.
Maximale waarde weergeven
Met de MAX-functie kunt u de actuele maximale waarde op de
meetwaardeweergave (29) laten weergeven. Ga hierbij als volgt
te werk:
1. Een meting uitvoeren.
2. Druk op de toets MAX (15).
ð Op het display verschijnt het symbool voor de
MAX-functie (23).
ð De actuele maximale waarde wordt op de
meetwaardeweergave (29) weergegeven.
3. Meer metingen uitvoeren.
ð Op de meetwaardeweergave (29) wordt de maximale
waarde doorlopend geactualiseerd.
4. Druk opnieuw op de toets MAX (15), voor het deactiveren
van de MAX-functie.
Displayverlichting en zaklamp gebruiken
1. Druk kort op de toets
displayverlichting.
2. Druk opnieuw kort op de toets
uitschakelen van de displayverlichting.
3. Druk lang op de toets
de zaklamp.
4. Druk opnieuw lang op de toets
uitschakelen van de zaklamp.
stroomtang BE42
40
41
(42), voor het inschakelen van de
40
41
(42), voor het weer
40
41
(42), voor het inschakelen van
40
(42), voor het weer
42
42
42
41
4
11