3
Kies het in te stellen item
Druk op de gewenste [2] — [5] toets.
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, veranderen de instelbare
functies zoals onderaan wordt getoond.
Functie
Het paneel kantelt naar boven
Het paneel kantelt naar onder
Neerwaarts zoeken naar een
kanaal in de gekozen categorie
Opwaarts zoeken naar een
kanaal in de gekozen categorie
4
Verlaat instellingsfunctie van stand voorpaneel
Druk op de [RTN] toets.
De bediening van de versnellingspook of andere auto-onderdelen
kan worden belemmerd naargelang van de hoek van het voorpaneel.
Stel de hoek zo in dat de bediening van de auto niet wordt
belemmerd.
Er wordt geen geluid voortgebracht terwijl het paneel in werking is.
Anti-diefstal voorpaneel
U kunt het voorpaneel van de eenheid verwijderen en
meenemen om de eenheid minder aantrekkelijk voor dieven te
maken.
Verwijderen van het voorpaneel
1
Zet het contact van de auto uit of houd de [SRC] toets
tenminste 1 seconde ingedrukt.
Schakel de spanning uit en het voorpaneel zet zich horizontaal.
Nadat de door <Instellen van de wachttijd voor uitschakeling> (blz.
137) ingestelde tijd verstreken is, wordt het voorpaneel gesloten.
Toets
Display
[2]
"ANG–"
[3]
"ANG+"
[4]
"SLD–"
[5]
"SLD+"
— 117 —
2
Verwijder het achterpaneel langs voor
Wanneer <DSI (Disabled System Indicator)> (blz. 137) wordt
ingeschakeld, knippert DSI.
• Het achterpaneel is een precisie-instrument en kan gemakkelijk
beschadigd worden door schokken en stoten. Bewaar het
achterpaneel derhalve in de speciale houder wanneer het van het
toestel is verwijderd.
• Stel het achterpaneel niet bloot aan direct zonlicht of extreme hitte
of vochtigheid. Vermijd tevens zeer stoffige plaatsen en plaatsen
waar de houder en het voorpaneel nat kunnen worden.
Bevestigen van het voorpaneel
1
Zet het achterpaneel in de beugel.
2
Druk op het achterpaneel totdat het is vergrendeld.